Risicomanagement is het geheel aan activiteiten en maatregelen gericht op het expliciet en systematisch omgaan met en het beheersen van risico’s. Een risico is een onzekere gebeurtenis met (gewenste of ongewenste) gevolgen voor de gemeente. Deze gevolgen kunnen beleidsmatig en/of financieel zijn. Bij het weerstandsvermogen ligt de focus op de financiële gevolgen van risico’s. Het is een maatstaf voor de mate waarin de gemeente in staat is om de gevolgen van risico’s op te vangen zonder dat het beleid of de uitvoering daarvan in gevaar komt. Het weerstandsvermogen is afhankelijk van de beschikbare weerstandscapaciteit (hoeveel niet bestemde middelen zijn er beschikbaar) en de benodigde weerstandscapaciteit (hoeveel middelen zijn nodig om alle risico’s op te kunnen vangen). Aan de hand van deze grootheden bepalen wij het weerstandsvermogen.
Voordat we uitvoeriger ingaan op de beschikbare en benodigde weerstandscapaciteit presenteren we hieronder het weerstandsvermogen zoals berekend voor de verantwoording 2020:
Weerstandsvermogen = | Beschikbare weerstandscapaciteit | = | 60.478 | = | 0,80 |
---|---|---|---|---|---|
Benodigde weerstandscapaciteit | 75.810 |
Hieruit blijkt dat het weerstandsvermogen uitkomt op 0,80. Dit is inclusief het kwantificeerbare deel van de risico’s in scenario D (zonder het effect van de coronapandemie: 0,84). Conform de lijn die in de begroting 2021 is geschetst, vinden wij in de tijden van pandemie een weerstandsvermogen van 0,80 gerechtvaardigd. Het herstelplan voor de algemene reserve zal na de coronapandemie aan de orde komen rekening houdend met de beschikbare financiële ruimte.
Coronacrisis
De Nederlandse economie heeft in 2020 de grootste naoorlogse recessie doorgemaakt. Het bbp is vorig jaar met 3,8% gekrompen ten opzichte van een jaar eerder en dit is net iets sterker dan de krimp in 2009 van 3,7% door de kredietcrisis. Er is sprake van een grote krimp in horeca en cultuur- en recreatiesector door de verschillende contactbeperkende maatregelen in 2020. Hoewel de arbeidsmarkt gewoonlijk vertraagd reageert op economische ontwikkelingen, zijn de gevolgen van de coronapandemie in 2020 al goed zichtbaar. In 2020 is de krimp van de werkgelegenheid groter dan die van het arbeidsaanbod, waardoor de werkloosheid oploopt tot 3,9% van de beroepsbevolking. Ondanks de ingrijpende contactbeperkende maatregelen, zoals de tijdelijke sluiting van bedrijven in de horeca, recreatie en cultuur, bleven veel banen behouden als het gevolg van het gevoerde overheidsbeleid. De huizenmarkt is opvallend robuust gebleven in 2020. In het tweede half jaar van 2020 heeft de woningmarkt zich aanzienlijk gunstiger ontwikkeld dan eerder was voorzien. De bankeconomen veronderstellen dat er op dit moment geen indicaties zijn dat de gemiddelde huizenprijs in Nederland op korte termijn zal dalen, mede door de vertraagde reactie op de huizenmarkt.
Hoewel de economische krimp in 2020 historisch hoog is, is deze minder diep dan eerder verwacht. De beschikbaarheid van de verschillende vaccins zullen ervoor zorgen dat de contactbeperkende maatregelen stapsgewijs medio 2021 afgebouwd worden. Dit zorgt voor een impuls voor de economie in 2022, waardoor de bbp-groei in dat jaar naar verwachting uitkomt op 2,9% (vergelijkbaar met het niveau in 2019). De economische effecten van de pandemie komen binnen de gemeentelijke begroting voor een belangrijk deel tot uitdrukking in de bijdrage uit het gemeentefonds, de omvang van de bijstand en ontwikkeling van de grondexploitaties. Door het bevriezen van het accres voor de jaren 2020 en 2021 is het risico voor het gemeentefonds op de korte termijn beperkt, maar op langere termijn zeer onzeker. De overige neveneffecten van de coronapandemie zijn zeer moeilijk te kwantificeren en derhalve niet ingerekend in het risicomodel.
De gekwantificeerde effecten van de coronapandemie hebben wij bij de begroting 2021 in beeld gebracht. Bij de verantwoording 2020 actualiseren we deze financiële effecten in twee scenario’s zoals we dat ook in de begroting 2021 hebben gepresenteerd en in lijn met de CPB-raming van november 2020. In scenario C gaan we ervan uit dat medio 2021 de coronapandemie beheersbaar is en dit leidt tot stapsgewijs afbouwen van de coronamaatregelen in alle sectoren. Met behulp van het testbeleid en bron- en contactonderzoek verwachten we dat de pandemie onder controle komt. We veronderstellen dat medio dit jaar elke Nederlander die het wil tenminste één vaccinprik heeft gehad door grootschalig vaccineren in het tweede kwartaal. Dit is afhankelijk van de beschikbaarheid van de vaccins. Scenario C houdt ook rekening met na-ijl effecten van de pandemie. De geactualiseerde onvermijdelijke kosten in het scenario C verwerken we in het financiële beeld.
In scenario D gaan we ervan uit dat na de tweede coronagolf nieuwe golven volgen en vaccins onvoldoende beschikbaar of werkzaam zijn. Het afbouwen van de coronamaatregelen in volle breedte is pas mogelijk per 2022. Dit scenario bevat extra incidentele kosten die bovenop basis scenario C komen. Deze incidentele kosten vangen we op in het weerstandsvermogen gezien de hoge mate van onzekerheid. Ten opzichte van de begroting 2021 zijn de effecten van scenario D met € 4 miljoen gedaald. Dit wordt met name veroorzaakt doordat we bij de begroting 2021 in scenario D rekening hebben gehouden met een tweede mondiale uitbraak. De onzekerheden in scenario D nemen we op in het weerstandsvermogen met een kans van optreden van 25%, omdat we verwachten dat de coronamaatregelen in de loop van het tweede kwartaal stapsgewijs afgebouwd worden. Het verwachte beslag op ons weerstandsvermogen is 3,7 miljoen euro.
Beschikbare weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit geeft aan hoeveel middelen beschikbaar zijn om eventuele risico’s op te kunnen vangen. De beschikbare weerstandscapaciteit is ten opzichte van de programmabegroting 2021 gelijk gebleven. De volgende onderdelen maken deel uit van de beschikbare weerstandscapaciteit.
x € 1.000 | ||||
Beschikbare weerstandscapaciteit | Verantwoording 2019 | Begroting 2021 | Verantwoording 2020 | |
Totaal algemene reserves[1] | 57.750 | 47.750 | 47.750 | |
Stille reserves | 450 | 450 | 0 | |
Onbenutte belastingcapaciteit (twee jaar) | 8.842 | 12.092 | 12.092 | |
Niet ingevulde begrotingsruimte (vier jaar) | 0 | 0 | 0 | |
Post onvoorzien (vier jaar) | 636 | 636 | 636 | |
Totaal | 67.678 | 60.478 | 60.478 |
[1] Deze bedragen sluiten niet aan op het bedrag dat in de balans staat opgenomen onder algemene reserve. Dit wordt veroorzaakt doordat in de beschikbare weerstandscapaciteit de algemene dekkingsreserve niet meetelt. Voor meer informatie zie de nota Risicomanagement en weerstandsvermogen.
Benodigde weerstandscapaciteit
De benodigde weerstandscapaciteit is afhankelijk van de risico’s die onze gemeente loopt. Om die te kunnen bepalen vindt regelmatig een risico-inventarisatie plaats. Hieruit zijn 97 risico’s naar voren gekomen. Voor een volledig overzicht verwijzen wij u naar de geheime bijlage die u bij deze begroting heeft ontvangen. In deze paragraaf treft u op hoofdlijnen de belangrijkste uitkomsten. Voor ieder risico (voor zover mogelijk) wordt een minimale, verwachte en maximale financiële omvang bepaald. Deze inschatting is bepaald op basis van objectieve gegevens of ervaringscijfers. Naast de financiële omvang wordt ook de waarschijnlijkheid waarmee risico’s optreden bepaald. Dit percentage geeft de mate aan waarin de verwachte omvang van het risico meetelt voor de benodigde hoogte van het weerstandsvermogen. De uitkomst van deze berekening betreft de bruto benodigde weerstandscapaciteit. Door het effect van alle beheersmaatregelen hiervan af te trekken wordt de netto benodigde weerstandscapaciteit bepaald. De netto benodigde weerstandscapaciteit wordt conform de nota Risicomanagement en weerstandsvermogen aangepast naar de gewenste mate van zekerheid. Deze is bepaald op 90%. De gewenste mate van zekerheid komt tot uiting in de risicosimulatie die wordt uitgevoerd. Deze risicosimulatie is gebaseerd op de Monte Carlo simulatietechniek die algemeen geaccepteerd is in zowel de profit als de non-profit sector. Hierbij wordt op een computer op basis van gegevens over de individuele risico’s (minimale, verwachte en maximale omvang en waarschijnlijkheid) duizenden keren de werkelijkheid nagebootst. Dit leidt tot een grafiek waaruit is af te leiden wat de verwachte impact van de risico’s is in een willekeurig jaar. Voor de verantwoording 2020 leidt deze exercitie tot een bedrag van 75,8 miljoen euro.
Risicokaart
We delen de geïnventariseerde risico’s in naar urgentie en omvang. Hierdoor ontstaat de onderstaande risicokaart waarin per risicoklasse het aantal risico’s opgenomen staat. Dat doen we zowel voor de situatie vóór en na toepassing van beheersmaatregelen, respectievelijk bruto en netto. Daarom treft u hieronder twee risicokaarten.
De bruto risicokaart geeft alle 97 risico’s weer. De risico’s rechtsonder zijn het meest urgent en omvangrijk. In de volgende paragraaf is de top 10 risico’s weergegeven. Alle risico’s zijn terug te vinden in de geheime bijlage met een overzicht alle risico’s.
De netto risicokaart geeft dezelfde 97 risico’s weer. In deze risicokaart zijn de risico’s echter anders ingedeeld omdat het effect van de beheersmaatregelen hierin is meegenomen. Dit betekent dat er rechtsonder minder risico’s staan dan in de bruto risicokaart.
Financieel gezien telt de bruto risicokaart op tot een benodigde weerstandscapaciteit van 109,8 miljoen euro. Het effect van alle beheersmaatregelen, oftewel het verschil tussen de bruto en netto risicokaart is daarmee 34 miljoen euro (109,8 miljoen euro – 75,8 miljoen euro). Dit bedrag kan gezien worden als profijt van het gevoerde risicomanagement. Voor de projectrisico's is een voorziening gevormd binnen de projectbudgetten. Dit leidt tot een stijging van het aandeel beheerste risico's in het risicomodel.
Top 10 risico’s
Hieronder staan de top 10 risico’s, inclusief de projectrisico’s (projecten uit de bestuursrapportage) die opgenomen zijn in Naris op basis van de huidige inzichten. Het is de top 10 met de grootste financiële impact op het weerstandvermogen, zowel voor de bruto als de netto risico’s. Bij de bruto risico’s zijn de beheersmaatregelen niet meegenomen. De netto risico’s zijn inclusief de genomen beheersmaatregelen. De projectrisico’s worden beheerst binnen de projecten zelf. Er zijn een aantal uitzonderingen, daar hebben we te maken met exogene risico’s die niet (volledig) binnen het project op te vangen zijn. In de geheime bijlage is zoveel mogelijk inzicht gegeven in de top risico’s en mutaties.
Bruto risico's | Netto risico's | |
1 | Geheim risico met betrekking tot het programma Openbare Ruimte en Groen | Geheim risico met betrekking tot het programma Openbare Ruimte en Groen |
2 | Grondexploitatie Stationsgebied | Grondexploitatie Stationsgebied |
3 | Transities jeugdwet WMO | Transities jeugdwet WMO |
4 | Afzet kantoorprogramma | Geheim risico binnen bedrijfsvoering |
5 | Grondexploitatie binnenstedelijk | Invoeren abonnementstarief eigen bijdrage |
6 | Geheim risico NRU Algemeen | Coronarisico: boeggolf aanvullende zorg |
7 | Geheim risico met betrekking tot het programma Utrechts Vastgoed | Herverdeeleffecten binnen gemeentefonds |
8 | Geheim risico binnen bedrijfsvoering | Financiële tekorten bij garantstellingen restauratieprojecten |
9 | Geheim projectrisico met betrekking tot Bereikbaarheid | Coronarisico: hoge instroom en vertraagde uitstroom bijstandsgerechtigden en bijzondere bijstand zelfstandigen |
10 | Invoeren abonnementstarief eigen bijdrage | Coronarisico: extra kosten en inkomstenderving parkeren |
Mutaties in de risico's
Ten opzichte van de begroting 2021 zijn de onderstaande risico’s gemuteerd. De mutaties bestaan uit risico’s die zijn gestegen, gedaald of vervallen. Daarnaast zorgen nieuwe risico’s voor mutaties. Hiermee wordt tevens de verandering in de benodigde weerstandscapaciteit verklaard. Het gaat hier om mutaties bij benadering, omdat de bedragen afkomstig zijn uit een simulatie
x € 1 euro | |
Risico | Mutatie benodigde weerstandscapaciteit |
Stijgers | |
1. Geheim | 21.550.000 |
2. Geheim | 100.000 |
Dalers | |
3. Onderwijs Achterstandenbeleid | -75.000 |
Nieuw | |
4. Coronarisico's diverse programma's | 3.692.000 |
5. Geheim | 400.000 |
6. Besluitvorming van het Rijk over het continueren van de Landelijke Vreemdelingenvoorziening (LVV) | 350.000 |
7. Geheim | 150.000 |
8. Geheim | 85.000 |
9. Geheim | 30.000 |
10. Overheveling basistaken en bodemtaken naar Regionale uitvoeringsdienst (RUD) | 25.000 |
Vervallen | |
11. Geheim | -4.300.000 |
12. Diverse projectrisico’s bij Bereikbaarheid | 0 |
13. Arrest inzake het Programma Aanpak Stikstof (PAS) van 29 mei 2019 | 0 |
14. Pandenbegroting geeft meerjarig een lager positief saldo | -500.000 |
15. Coronarisico als gevolg van een tweede golf | -21.000.000 |
Totale mutatie in benodigde weerstandscapaciteit | 507.000 |
Toelichting risico's
- Betreft een geheim risico in het programma 'Openbare Ruimte & Groen'.
- Betreft een geheim risico in het programma 'Openbare Ruimte & Groen'.
- Het risico 'Onderwijs achterstandenbeleid' is gedaald. Op basis van de aanbesteding en inschattingen op dit moment, kan dit uitgevoerd worden binnen de financiële kaders.
- De coronarisico’s zijn per programma opgenomen. Er is wat betreft de duur van de coronamaatregelen veel onzekerheid. In het risicomodel is het meest ongunstige scenario verwerkt. De kans dat de risico’s zich voordoen hebben wij op 25% gezet waarbij rekening is gehouden met de vaccinatiestrategie en het testbeleid van de overheid.
- Betreft een geheim risico in het programma 'Openbare Ruimte & Groen'.
- Als gevolg van een demissionair kabinet is de besluitvorming over het al dan niet continueren van de pilot Landelijke Vreemdelingenvoorziening (LVV) uitgesteld tot december 2021. De pilot loopt ook af in 2021. Dat betekent dat de gemeente geconfronteerd kan worden met een plotselinge andere koers van het Rijk aangaan de LVV, en daarmee het wegvallen van een belangrijke inkomstenbron indien de compensatie van het Rijk volledig stopgezet wordt.
- Betreft een geheim risico in het programma 'Openbare Ruimte & Groen'.
- Betreft een geheim risico in het programma 'Openbare Ruimte & Groen'.
- Betreft een geheim risico in het programma 'Ruimtelijke Ontwikkeling, Wonen & Erfgoed'.
- Op 1 januari 2022 treedt de Omgevingswet in werking. Daar waar nu alleen de provincie Utrecht en de gemeenten Utrecht en Amersfoort bevoegd gezag zijn voor de bodem, zullen onder de Omgevingswet alle Utrechtse gemeenten bevoegd gezag worden. Naast deze grote verandering vraagt de Omgevingswet ook om een andere invulling van bodemtaken dan in de voorgaande regelgeving. De essentie: een deel van de huidige bodemtaken houdt op te bestaan, een deel verandert en er komen nieuwe taken bij. Dit alles heeft de nodige impact op de taakuitvoering door de RUD.
- Betreft een geheim vervallen risico in het programma 'Bereikbaarheid'.
- Diverse projectrisico’s in het programma 'Bereikbaarheid' vervallen als gevolg van oplevering projecten.
- Het risico 'Arrest Afdeling bestuursrecht van de Raad van State inzake het PAS van 29 mei 2019, waarmee het Programma Aanpak Stikstof buiten werking is gesteld' is vervallen. Beheersmaatregel is dat kennis en kunde vanuit de opgave is geregeld. Het risico zelf is in de projecten meegenomen en beheerst.
- Het risico 'Pandenbegroting geeft meerjarig een lager positief saldo' is vervallen. Dit risico wordt binnen het programma beheerst en uitkomsten worden indien nodig als separate knelpunten benoemd.
- Bij de begroting 2021 is er één geconsolideerd coronarisico opgenomen in het risicomodel. Dit risico bevat de financiële onzekerheden van de coronapandemie waarbij ook rekening is gehouden met een tweede mondiale uitbraak. Bij de verantwoording vervalt dit risico omdat de coronarisico’s per programma in het risicomodel zijn verwerkt.