Algemene programmadoelstelling
Utrecht is een aantrekkelijke stad om in te wonen, werken of verblijven. Die aantrekkingskracht heeft tot gevolg dat steeds meer mensen in Utrecht willen wonen, werken of verblijven. De huidige verwachting is dat Utrecht in 2040 meer dan 450.000 inwoners heeft en er behoefte is aan ongeveer 60.000 extra woningen en ruim 70.000 arbeidsplaatsen.
De groei benutten we om gezond stedelijk leven voor iedereen te versterken waarbij we kiezen voor een balans tussen de bestaande stad en de groei van de stad. Wat ‘Gezond stedelijk leven voor iedereen’ betekent voor het ruimtelijk toekomstperspectief is uitgewerkt in de RSU (vastgesteld in 2016) en verdiepen we in de Ruimtelijke Strategie Utrecht 2040 (RSU 2040). In juni 2020 heeft de gemeenteraad de startnotitie ‘Op weg naar een ruimtelijke Strategie Utrecht 2040' vastgesteld met daarin elf uitgangspunten waarlangs de RSU 2040 verder is uitgewerkt. Op basis daarvan is half januari 2021 de concept-RSU2040 door het college vastgesteld en is de inspraak in gegaan. Aangepaste RSU is in april door college vastgesteld en aangeboden ter besluitvorming aan de raad.
In regionaal verband is in 2020 onder andere verder gewerkt aan het Regionaal Economisch Programma (REP) waarvoor uw gemeenteraad het aangepaste Beoordelingskader en de contour REP als onderzoeksagenda heeft vastgesteld.
Eind 2020 heeft Utrecht samen met de provincie en regiogemeenten een aanvraag van 2,1 miljard euro gedaan bij het Rijk in het kader van het groeifonds gericht op twee nieuwe tramlijnen als onderdeel van een grootstedelijk OV-netwerk dat de stad prettig, gezond en leefbaar moet houden voor iedereen.
Vanuit de woningbouwimpuls heeft Utrecht een financiële bijdrage van 21 miljoen euro van het Rijk gekregen voor de ontwikkeling van de Merwedekanaalzone en is een aanvraag ingediend voor het Beurskwartier. Vanuit de regiodeal is door het Rijk 10 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de verbetering van Overvecht.
Verplichte BBV Indicatoren
Om een eenduidig beeld te vormen over de beleidsresultaten van de gemeente en om gemeenten onderling te kunnen vergelijken is er een aantal wettelijke verplichte indicatoren bij de programma’s opgenomen.
Indicator | Eenheid | Bron | 2016 | 2017 | 2018 |
---|---|---|---|---|---|
Nieuw gebouwde woningen | Aantal per 1.000 woningen | 8. Vhrosv | 12,6 | 14,9 | 16,3 |
Meerjarig overzicht per prestatiedoelstelling
x € 1.000 | ||||||
Omschrijving | Actuele | Realisatie | Actuele | Realisatie | Actuele | |
02-1-1-1 | Ruimtelijke ontwikkelingen | 7.604 | 8.908 | 7.737 | 8.813 | 7.110 |
Stedelijke kaders | -2.405 | -2.495 | -2.724 | -2.793 | -2.809 | |
02-1-1-2 | ||||||
02-1-2-1 | Conversies en bestemmingswijzigingen | 18.277 | 19.839 | 10.411 | 13.083 | 2.771 |
Uitgiftes | 2.847 | 4.574 | 5.725 | 6.300 | 1 | |
02-1-2-2 | ||||||
02-1-2-3 | Erfpachtbeheer | 9.202 | 10.323 | 9.796 | 10.209 | 10.050 |
02-2-1-1 | Ruimtelijke herontwikkelingsplannen | -3.219 | -3.285 | -3.392 | -4.058 | -3.495 |
Investeren in Stedelijke herontwikkeling | -16.850 | -13.924 | -7.474 | -4.432 | -3.950 | |
02-2-1-2 | ||||||
02-2-1-3 | Grondexploitaties | 32.467 | 29.594 | 31.340 | 28.573 | 2.640 |
Wonen | -2.792 | -1.353 | 11.904 | 12.244 | -2.248 | |
02-2-2-1 | ||||||
02-3-1-1 | Uitvoeren van de wijkactie- programma’s | 0 | 27 | 0 | 0 | 0 |
Monumentale en cultuurhistorische waarde | -2.255 | -1.937 | 488 | 520 | -2.398 | |
02-4-1-1 | ||||||
02-5-1-1 | Toetsen en toezicht houden vergunningen | 5.921 | 3.967 | 2.318 | 6.619 | 5.996 |
Toezicht op de naleving van milieuregels | -4.334 | -3.461 | -4.444 | -3.964 | -5.141 | |
02-5-1-2 | ||||||
Realiseren van bouwrijpe grond | 6.628 | 33.426 | 5.188 | 164.594 | 5.188 | |
02-6-1-1 | ||||||
02-7-1-1 | Uitvoeren Masterplan | -4.342 | 9.528 | 2.855 | 13.460 | 2.855 |
Totaal | 46.749 | 93.732 | 69.729 | 249.166 | 16.570 |
Bovenstaande tabel geeft een overzicht van het saldo van baten en lasten per prestatiedoelstelling voor het hele programma weer.