Toelichting voorzieningen

Wethouderspensioenen
Conform de programmabegroting wordt er jaarlijks 0,190 miljoen euro toegevoegd aan de voorziening voor Wethouderspensioenen om hem op peil te houden. Uit validatie door een actuaris kwam naar voren dat de voorziening nog verder opgehoogd moest worden. Wijzigingen in de rekenrente en toevoeging van de pensioenopbouw leidden tot een hogere contante waarde berekening, waardoor er aanvullend nog 0,495 miljoen euro gestort moest worden.

Wachtgelden oud-wethouders
Conform de Voorjaarsnota 2019 is er is voor een bedrag van 0,05 miljoen euro aan de voorziening toegevoegd. Daarnaast is er in 2020 een bedrag van 0,037 miljoen euro aan wachtgeld uitgekeerd aan oud wethouders.

Garantstelling Stichting Domplein 2013
De risicovoorziening is ten behoeve van de garantstelling op een NRF lening aan Stichting Domplein 2013.

Woonruimteonttrekking
De compensatiebedragen die we ontvangen in het kader van woonruimteonttrekking zijn niet vrij besteedbaar, ze kunnen uitsluitend worden aangewend in het kader van de volkshuisvesting (huisvestingsverordening artikel 3.6.1). Volgens de verslaggevingsregels voor gemeenten (BBV) moet hiervoor een voorziening worden ingesteld.
In 2020 is een storting gedaan van 0,028 miljoen euro. Dit is het saldo van ontvangen compensatie, vastgestelde en verleende subsidies. De onttrekking van 0,250 miljoen euro is voor de inzet voor versnelling woningbouw en nieuwe woonconcepten (coalitieakkoord).

Meerwaarde prestatieafspraken woningcorporaties
Deze voorziening is ingesteld voor de 2/3e meerwaardeafdracht van de woningcorporaties. Conform de 'Prestatieafspraken op stedelijk niveau 2020-2023' wordt 2/3e deel van deze afgedragen meerwaarde toegevoegd aan de investeringsimpuls Ruimtelijke Strategie Utrecht en gestort in de voorziening. De
toevoeging van 4,519 miljoen euro is 2/3e deel van de meerwaarde die de woningcorporaties in 2020 hebben afgedragen.

Negatieve grondexploitaties
De voorziening negatieve grondexploitaties is bedoeld om te verwachten negatieve resultaten op grondexploitaties op te kunnen vangen. Het saldo van de voorziening is in 2020 afgenomen met 15,960 miljoen euro. De onttrekking bestaat uit de verrekening van de afgesloten negatieve grondexploitatie Kanaleneiland Centrum (1,771 miljoen euro), de afwikkeling van de schade als gevolg van de bodemverontreiniging in Rijnsweerd (5,500 miljoen euro) en een vrijval van een reservering ten behoeve van schadeclaim(s) (8,300 miljoen euro)

Ter afdekking van verliesgevende exploitaties op onderhanden werk is 0,205 miljoen euro toegevoegd. Hiertegenover staat een verlaging van de voorziening die op de balans is opgenomen onder de voorraden. Om de risicovoorziening op het, voor het Meerjaren Perspectief Ruimte, benodigde niveau te brengen is 0,594 miljoen euro vrijgevallen (een onttrekking van 1,975 miljoen euro minus een storting van 1,382 miljoen euro).

Negatieve grondexploitaties Stationsgebied
Eind 2020 bedraagt de stand van de voorziening negatieve grondexploitatie Stationsgebied 25,050 miljoen euro. Deze voorziening is ingesteld bij de start van de grondexploitatie Stationsgebied om het geprognosticeerd tekort op de grondexploitatie Stationsgebied op te vangen.

In 2020 is er 1,400 miljoen euro aan gemeentelijke bijdragen in deze voorziening gestort. Daarnaast heeft de actualisatie van de grondexploitatie geleid tot een positieve bijstelling van het saldo met 10,605 miljoen euro, waardoor dit is vrijgevallen uit de voorziening. Ook is in 2020 een bedrag van 16,517 miljoen euro overgeheveld van de voorziening onderhanden werk naar de voorziening negatieve grondexploitatie Stationsgebied.

Deze administratieve verwerkingen zijn conform de voorschriften BBV. Voor een gedetailleerde toelichting op de ontwikkeling van dit saldo verwijzen wij naar het Meerjaren Perspectief Ruimte.

AMEV milieuprijs
In 1976 is door de gemeenteraad een schenking aanvaard van 0,045 miljoen euro. Aan de voorziening wordt rente toegerekend. Van deze rente wordt de Utrechtse Milieuprijs (Circulair Compliment) uitgereikt. De kosten van de uitgereikte Milieuprijs in 2020 worden in 2021 verantwoord in verband met de jaarovergang.

Verkeerslawaai stad
De kosten van de werkzaamheden Geluid worden gedekt uit deze voorziening. De voorziening dient te worden aangehouden daar definitieve vaststelling over de lopende jaren nog zal plaatsvinden en daarmee finale afrekening van de verstrekte bijdragen (terugbetalingsverplichting) in het kader van bovengenoemd (project)financieringsprogramma. In 2020 is 0,05 miljoen euro onttrokken ter dekking van gemaakte kosten voor diverse adviezen.

Garantstelling lening renoveren Niels Bohrweg
Het risico wordt in eerste instantie afgedekt door het recht van eerste hypotheek van de gemeente Utrecht op de Niels Bohrweg 121. Bij het verstrekken van de garantie is het saldo van de gegarandeerde geldleningen afgezet tegen de waarde van het pand. Omdat dit saldo hoger lag dan deze waarde, en de garantie dus voor een gedeelte niet met hypothecaire zekerheid was afgedekt, is in 2015 en 2016 een risicovoorziening gevormd. Sindsdien heeft UW jaarlijks aflossingen gedaan. Eind 2020 is het pand opnieuw getaxeerd. Inmiddels ligt het saldo aan gegarandeerde geldleningen ruim onder de marktwaarde. De risicovoorziening is daarom in 2020 vrijgevallen. In de tabel is dit zichtbaar als een onttrekking 2020. Zoals aangekondigd in de Eerste en Tweede Bestuursrapportages 2020 is de vrijval benut voor een aanvullende subsidie aan UW vanwege het tekort in de sociale werkvoorziening als gevolg van de coronacrisis.

Afvloeiingskosten MCV
In 2013 is het Muziekcentrum Vredenburg verzelfstandigd. Hierbij zijn een aantal oud-medewerkers van de gemeente Utrecht in de WW terecht gekomen. Deze kosten komen ten laste van de gemeente Utrecht. De resterende maximale kosten in dit kader bedragen 0,034 miljoen euro en hebben betrekking op de kosten voor de WGA ERD van één persoon. De compensatieregeling vervalt per 1 oktober 2025 waarna een eventueel saldo op deze voorziening kan vrijvallen.

Vastgoedonderhoud Sport (533002015)
De voorziening  is bestemd voor toekomstig groot onderhoud aan de sportaccommodaties.
De uitgaven aan het onderhoud verlopen niet regelmatig door de jaren heen. Het benodigde onderhoud  wordt geprognosticeerd in een Meerjarige Onderhouds- Prognose (MJOP).
Op basis hiervan wordt jaarlijks het overschot of tekort ten opzichte van het budget respectievelijk gestort in of onttrokken aan de voorziening. De voorziening vervangt de reserve Nota kapitaalgoederen Sport. In 2020 heeft geen mutatie plaatsgevonden. Het resultaat op het onderhoud is meegenomen in het resultaat van het programma.

Grasmat Zoudenbalch
FC Utrecht betaalt een commerciële huurprijs voor de velden op het trainingscomplex Zoudenbalch.
Een deel van de huurprijs is bestemd voor de financiering van de vervangingsinvesteringen in de toplaag van deze velden. De velden worden zeer intensief gebruikt en na ongeveer twaalf jaar dient een toplaag vervangen te worden.
In 2020 is de reserve Grasmat Zoudenbalch omgezet naar een voorziening. Het project voor de vervangingsinvesteringen in de toplaag van de velden is in 2020 afgesloten. De kosten van de vervangingsinvestering zullen ten laste van de voorziening worden gebracht.

Frictiekosten
De voorziening is bestemd voor de frictiekosten in het kader van de reorganisatie 2013. Deze voorziening is gevormd om de frictiekosten van sociaal flankerend beleid HRM die voortvloeien uit de transities op te vangen. Posten die ten laste van de voorziening gebracht worden zijn vooraf getoetst door een commissie. Voor de toets geldt een normatief kader. In 2020 is 0,047 miljoen euro ten laste van de voorziening gebracht. Het resterende saldo is toereikend voor de nog te verwachten lasten.

Liquidatiefondsen/Pensioenfondsen
Ten laste van deze voorzieningen worden betalingen van pensioenen en wachtgeld gedaan aan deelnemers van deze fondsen. Het restant is bestemd voor de verwachte, toekomstige betalingen aan de deelnemers.
In 2020 hebben betalingen van 0,036 miljoen euro aan de deelnemers van het Pensioenfonds bijzonder Kleuteronderwijs, van 0,001 miljoen euro aan de deelnemers van de Stichting Pensioenfonds Ozebi en van 0,001 miljoen euro voor het Liquidatiefonds Openbaar Slachthuis plaatsgevonden.

De toevoegingen van in totaal 0,065 miljoen euro zijn gedaan om een negatief saldo van de voorzieningen bij een nieuwe onttrekkingen te voorkomen.