Eigen vermogen
x € 1.000 | |||||
Omschrijving | Stand per | B&D | Toevoeging | Onttrekking | Stand per |
a | b | c | d | e = a+b+c-d | |
Algemene risicoreserve | 57.750 | 10.000 | 47.750 | ||
Algemene dekkingsreserve | 69.606 | 14.974 | 104.749 | 110.099 | 79.230 |
Totaal Algemene reserve | 127.356 | 14.974 | 104.749 | 120.099 | 126.980 |
Bestemmingsreserves | 452.766 | 67.326 | 91.345 | 116.206 | 495.231 |
Totaal reserves | 580.122 | 82.300 | 196.094 | 236.305 | 622.211 |
Bovengenoemde toevoegingen en onttrekkingen aan reserves zijn in overeenstemming met de door de gemeenteraad genomen besluiten.
Algemene reserves
De algemene reserves bestaan uit twee onderdelen; de algemene risicoreserve en de algemene dekkingsreserve.
Algemene risicoreserve
Deze reserve maakt deel uit van de beschikbare weerstandscapaciteit en is de uiterste buffer voor het opvangen van de financiële gevolgen van optredende risico's. De noodzakelijke hoogte van de reserve wordt jaarlijks bepaald op basis van de geactualiseerde risicoberekening. Voor een uitgebreide toelichting hierop wordt verwezen naar de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing.
Algemene dekkingsreserve
De algemene dekkingsreserve wordt gebruikt voor concernbrede reserveringen; onder andere van incidentele baten uit erfpachtconversies en resultaten uit de verkoop van gemeentelijk eigendom. Daarnaast wordt de algemene dekkingsreserve gebruikt voor egalisatie tussen de jaren van de meerjarenraming.
Bestemmingsreserves
Programmareserves
x € 1.000 | ||
Naam | Boekwaarde | Boekwaarde |
Bewoners en Bestuur | 88 | 740 |
Stedelijke Ontwikkeling | 62.688 | 64.248 |
Duurzaamheid | 12.068 | 19.300 |
Bereikbaarheid | 21.958 | 17.900 |
Openbare Ruimte en Groen | 12.906 | 12.291 |
Economie en Werkgelegenheid voor iedereen | 674 | 3.432 |
Werk en Inkomen | 2.255 | 2.195 |
Onderwijs | 15.901 | 22.299 |
Ondersteuning op maat | 1.655 | 3.641 |
Volksgezondheid | 0 | 0 |
Veiligheid | 173 | 143 |
Cultuur | 603 | 605 |
Samenleven en Sport | 745 | 0 |
Utrechts Vastgoed | 4.027 | 5.762 |
Algemene Middelen | 11.047 | 45.799 |
Overhead | 3.981 | 5.213 |
Reserves ten bate van vaste activa | 301.997 | 291.663 |
Totaal bestemmingsreserves | 452.766 | 495.231 |
Voor een toelichting per programmareserve verwijzen wij u naar het hoofdstuk Reserves.
Voorzieningen
x € 1.000 | ||
Omschrijving | Boekwaarde | Boekwaarde |
Verplichtingen en verliezen | 42.976 | 34.328 |
Vanwege risico’s | 7.878 | 8.644 |
Vanwege egalisatie | 4.596 | 3.515 |
Bijdragen aan vervangingsinvesteringen in relatie tot heffingen | 2.771 | 8.390 |
Van derden ontvangen bestemmingsbedragen | 18.522 | 23.306 |
Totaal | 76.743 | 78.183 |
Voor een toelichting per voorziening verwijzen wij u naar het hoofdstuk Voorzieningen.
Verplichtingen en verliezen
Betreft voorzieningen Grondexploitaties: zie ook onderstaande tabel.
Voorzieningen Grondexploitaties
x € 1.000 | |||
Omschrijving | Op grond van | Waardecorrectie op | Niet benut op peildatum |
a | b | c = a-b | |
Stationsgebied | 90.119 | 65.069 | 25.050 |
Binnenstedelijk | 22.482 | 13.205 | 9.277 |
Totaal | 112.601 | 78.274 | 34.327 |
De voorzieningen zijn gebaseerd op de bepaling van de nominale waarde van de grondexploitatieprojecten met een negatief saldo.
Vanwege risico’s
Dit betreft met name de risicovoorziening die is getroffen voor wethouderspensioenen: 6,2 miljoen euro.
Vanwege egalisatie
Onder deze noemer worden de voorzieningen verantwoord die zijn ingesteld om de lasten aan een aantal opeenvolgende jaren te kunnen toerekenen. De grotere egalisatievoorzieningen zijn:
- Voorziening Vastgoedonderhoud Sport: 2,6 miljoen euro
- Egalisatievoorziening VGB onderhoud: 0,9 miljoen euro
Bijdragen aan vervangingsinvesteringen in relatie tot heffingen
Dit betreft gevormde voorzieningen middels inkomsten uit Rioolheffing en Begraafplaatsrechten:
- Voorziening toekomstige GRP-investeringen: 7,5 miljoen euro
- Voorziening toekomstige investeringen begraafplaatsen: 0,9 miljoen euro
Van derden ontvangen bestemmingsbedragen
Dit zijn gelden die nog niet zijn besteed maar die onder strikte voorwaarden zijn verkregen van derden, zoals rijks- of provinciale overheid.
Dit betreft met name:
- De voorziening waarin de compensatiebedragen in het kader van woonruimteonttrekking worden gestort (1,0 miljoen euro)
- De voorziening 'Meerwaarde prestatieafspraken woningcorporaties' van 20,7 miljoen euro.
- De voorziening'“Grasmat Zoudenbalch' van 0,8 miljoen euro die in 2020 gevormd is uit de Reserve Grasmat Zoudenbalch. De kosten van de vervangingsinvestering zullen ten laste van deze voorziening worden gebracht.
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer
Onderhandse leningen van openbare lichamen, binnenlandse banken en van overige binnenlandse sectoren.
Onderhandse leningen
x € 1.000 | ||
Omschrijving | Boekwaarde | Boekwaarde |
van openbare lichamen | 20.000 | 20.000 |
van binnenlandse banken | 858.045 | 803.000 |
Totaal | 878.045 | 823.000 |
De onderhandse leningen van openbare lichamen, van binnenlandse banken en van overige binnenlandse sectoren vormen samen de langlopende leningenportefeuille van de gemeente Utrecht en beslaat ultimo 2020 een totaalbedrag van 823,0 miljoen euro. Over deze portefeuille was een rentelast verschuldigd van 22,04 miljoen euro.
De langlopende leningenportefeuille bestaat uit enerzijds traditionele geldleningen en anderzijds uit renteswaps (derivaten). De feitelijke financiering onder de derivaten wordt opgenomen in de vorm van 3- en 6-maands leningen. Deze opnames kunnen op de balans een verschuiving binnen de geldgeverscategorieën openbare lichamen en binnenlandse banken teweeg brengen (in 2020 niet aan de orde).
De langlopende schuld daalde over 2020 met circa 55 miljoen euro. Er werd voor 90 miljoen euro contractueel afgelost, waarvan 35 miljoen euro werd geherfinancierd.
Specificatie derivatenportefeuille.
Conform voorschrift vanuit BBV zijn in onderstaande tabel de belangrijkste kenmerken van de gemeentelijke derivatenportefeuille in beeld gebracht.
Specificatie derivatenportefeuille
x € 1.000.000 | |||||||||
Hoofdsommen | |||||||||
Nr. | Tegenpartij | Credit-rating | Type | Start | Afloop | Looptijd | Rente | Oorspron-kelijk | Restant |
1 | BNG | AAA/Aaa | Payer Swap | 2010 | 2060 | 50 | 3,560% | 130 | 130 |
2 | Rabobank | A+/Aa3 | Idem | 2010 | 2020 | 10 | 3,485% | 50 | 0 |
3 | Rabobank | A+/Aa3 | Idem | 2011 | 2021 | 10 | 3,668% | 40 | 40 |
4 | Rabobank | A+/Aa3 | Idem | 2012 | 2042 | 30 | 3,814% | 40 | 40 |
5 | Rabobank | A+/Aa3 | Idem | 2013 | 2038 | 25 | 3,926% | 80 | 66 |
6 | Rabobank | A+/Aa3 | Idem | 2014 | 2039 | 25 | 4,064% | 75 | 57 |
Totaal | 415 | 333 |
Derivaten krijgen gedurende hun looptijd een marktwaarde. Deze waarde is afhankelijk van de contractrente ten opzichte van de marktrente en de restant-looptijd. Bovendien kunnen bij derivaten bijzondere contractsbepalingen aan de orde zijn. Beide aspecten zijn onderstaande tabel weergegeven.
Specificatie marktwaarden en bijzondere bepalingen
x € 1.000.000 | ||||
Nr. | Tegenpartij | Marktwaarde per | Bijstort- | Break clause (1) |
1 | BNG | -182,9 | Neen | Neen |
2 | Rabobank | 0 | Nvt | Nvt |
3 | Rabobank | -0,8 | Neen | Neen |
4 | Rabobank | -34,5 | Neen | Ja, mutual per 7 juli 2023 |
5 | Rabobank | -36,5 | Neen | Ja, mutual per 7 juli 2024 |
6 | Rabobank | -24,8 | Neen | Ja, mutual per 7 juli 2025 |
Totaal | -279,5 |
- Een break clause is een recht om op een vooraf vastgesteld moment het swapcontract tegen marktwaarde af te rekenen. Mutual wil zeggen dat zowel gemeente als bank daarop te zijner tijd een beroep mogen doen.
Onze strategie ten aanzien van break clauses bestaat allereerst uit een periodiek overleg met de Rabobank ten aanzien van hun intenties om een break in te roepen. Tot dusver heeft de bank aangegeven dat zij die voornemens niet heeft. Mocht de break echter wel worden ingeroepen dan maken wij gebruik van de mogelijkheid die de Commissie BBV heeft gecreëerd en die ook intern is vastgesteld in de Nota Waarderen, activeren en afschrijven van vaste activa (Nota WAAVA) om de afgerekende marktwaarde op de balans te activeren en vervolgens af te schrijven. Het totale afkoopbedrag wordt vervolgens geherfinancierd tegen de veel lagere actuele rente. Gezien het feit dat de lagere rentelasten compensatie vormen voor de extra afschrijvingslasten is dit budgetneutraal. Op deze wijze wordt een ongewenst groot effect op de exploitatie vermeden. Gelet op de door BBV geschapen mogelijkheid hoeft dit ook niet meer via het Risicomodel te lopen.
Wel zal het eventueel inroepen van een break een tijdelijk negatief effect op de schuldpositie hebben.
De totale marktwaarde bedroeg een jaar geleden, dus per eind 2019, nog -227,2 miljoen euro. Dit betekent dat deze gedurende 2020 ruim 52 miljoen euro negatiever is geworden. Dit komt voornamelijk door de daling van de lange rente.
De feitelijke indekking van de swaps vindt plaats door middel van 3- en 6-maands leningen. Conform wettelijke voorschriften hebben alle swaps een zogenoemde effectieve positie. Er zou sprake zijn van een niet-effectieve positie indien:
- een derivaat afgesloten wordt vóór het afsluiten van de lening;
- de waarde en looptijd van het derivaat niet overeenkomen met de hoogte van het bedrag en de looptijd van de lening.
Door derden belegde gelden
De beleggingen voor derden betreft met name het Personeelsfonds ten bedrage van 0,63 miljoen euro.
Waarborgsommen
De waarborgsommen per 31 december 2020 betreffen:
x € 1.000 | ||
Omschrijving | Bedrag | |
Zekerstelling bij uitgifte van gronden Leidsche Rijn | 7.311 | |
Zekerstelling bij uitgifte van gronden binnenstedelijke grondexploitaties | 5.464 | |
Overige waarborgen | 499 | |
Totaal | 13.274 |