Belastingen

(**) opbrengst na kwijtschelding
(***) het betreft de inkomsten exclusief garageparkeren
(****) inclusief de begrote inkomsten 2020 die door het uitstellen van de aanslagen niet in 2020 werden geheven.

De opbrengsten OZB zijn 1,199 miljoen euro hoger dan begroot.
De opbrengst woningen zijn 2,200 miljoen euro hoger dan begroot. Hierin is resultaat uit oude jaren begrepen van 0,281 miljoen euro. De hogere opbrengst is het resultaat van een hogere areaal dan begroot en een hogere waardestijging dan waarmee bij de berekening van de tarieven rekening was gehouden. Het verschil in waardestijging is conform de beleidslijn meegenomen bij de berekening van de tarieven 2021.
De opbrengst niet-woningen eigendom zijn 2,012 miljoen euro lager dan begroot. Hierin zijn 1,288 miljoen euro aan opbrengsten uit oude jaren meegenomen. Ook is hierin verwerkt dat voor een aantal grote objecten nog bezwaar en beroep loopt. Deze belastingopbrengsten staan daardoor nog niet onherroepelijk vast. Afhankelijk van de uitkomst van deze procedures wordt in 2021 alsnog, een deel van, deze belastingopbrengst genoten.
De opbrengst niet-woningen gebruik is 1,012 miljoen euro hoger dan begroot. Hierin is een voordelig resultaat uit oude jaren van 0,126 miljoen euro opgenomen. De opbrengst gebruik niet-woningen is hoger dan begroot door een minder grote leegstand van verwacht, waardoor aan meer belastingplichtigen een aanslag kon worden opgelegd.
Een groot deel van de aanslagen is opgelegd in januari en februari 2020, derhalve voor de coronamaatregelen. Voor belastingplichtigen die door de coronamaatregelen financieel geraakt werden is zoveel als mogelijk een betalingsregeling op maat afgesproken.

De hogere baten zijn met name te verklaren door hogere opbrengsten uit de rioolheffing als gevolg van afrekeningen grootverbruikers van voorgaande jaren en een hoger volume (in m3 grootverbruik en aantal aansluitingen) dan rekening mee gehouden is in de tariefopstelling 2020.

Kosten taakveld
De afvalverwerkingskosten zijn hoger dan begroot. De belangrijkste toename van de kostenstijging is veroorzaakt door de maatregelen met betrekking tot Corona. Door het massaal opruimen van zolders en bergingen en het thuiswerken is het aanbod van afval vele malen hoger dan verwacht.
Bij de afvalscheidingsstations is mede door het extra bezoek 0,548 miljoen euro meer afval gescheiden ingezameld en bij het 'gewone' inzamelen is 0,616 miljoen euro meer afval ingezameld dan in de begroting was voorzien. Hierdoor was er meer inzet nodig van mensen en middelen. Ook zijn er extra maatregelen getroffen in de Corona periode zodat onze medewerkers op een veilige manier hun werk konden blijven doen.
De implementatie van Het Nieuwe Inzamelen heeft een langere doorlooptijd. Dit heeft tot gevolg gehad dat we meer capaciteit in menskracht en materieel hebben nodig gehad dan eerder verwacht. Daar staat wel een voordeel in de lasten tegenover als gevolg van het later aanschaffen van ondergrondse containers.

Kwijtschelding
Er is voor 0,406 miljoen euro meer kwijtgescholden op de aanslagen afvalstoffenheffing. Dit is inclusief 0,070 miljoen euro kwijtscheldingen over voorgaande jaren. Van het bedrag van 0,336 miljoen euro over 2020 is de verwachting dat 50% hiervan veroorzaakt is door coronamaatregelen.

BTW
De BTW is hoger ten opzichte van begroot wegens hogere kosten, investeringen in materieel en het vervangen van een groot aantal ondergrondse containers die ouder zijn dan tien jaar.

Onttrekking reserve
De post Onttrekking reserve is conform de eerste Bestuursrapportage 2020 en bestaat uit:

De houder van een hond betaalt hondenbelasting. Het houden van blindengeleidehonden en andere honden met een specifieke functie is vrijgesteld van de belasting. De belasting geldt per hond.

De opbrengsten hondenbelasting bedroegen 0,781 miljoen euro en zijn daarmee nagenoeg conform de begroting. Als gevolg van een hogere bedrag aan kwijtschelding van ongeveer 0,010 miljoen euro en een inkomsten uit oude jaren die in 2020 alsnog niet kon worden genoten van eveneens ongeveer 0,010 miljoen euro, kwam het bedrag dat exclusief deze verminderingen werd genoten iets later uit dan begroot. Bij de heffing en invordering van hondenbelasting hebben de coronamaatregelen geen noemenswaardige invloed gehad.

Corona
De internationale reisbeperkingen en het afgelasten van evenementen en congressen heeft voor de toeristische sector grote gevolgen gehad. Voor Utrecht geldt daarbij dat de toename van het binnenlandse toerisme vooral buiten de grote steden plaatsvond.
In Utrecht hanteren we voor de toeristenbelasting een systeem van voorlopige en definitieve aanslagen. Aan het begin van elk belastingjaar krijgt de belastingplichtige de definitieve aanslag over het afgelopen belastingjaar op basis van de werkelijke omzet. Tevens wordt dan een voorlopige aanslag opgelegd voor het lopende belastingjaar, gebaseerd op de definitieve aanslag van het voorgaande jaar. Bij de eerstvolgende definitieve aanslag volgt op basis van het verschil met de voorlopige aanslag dan een restitutie dan wel bijbetaling.
In 2020 is, in overleg met de sector, besloten om zoals gebruikelijk wel een voorlopige aanslag over 2020 op te leggen. Er is daarbij gekozen om de voorlopige aanslag vast te stellen op 10% van de omzet over 2019. Hierdoor werd zoveel als mogelijk voorkomen dat de ondernemers in 2020 al wel betalen over een ingeschatte omzet die uiteindelijk niet realiseerbaar bleek. De opbrengst 2020 voor de toeristenbelasting is hierdoor 0,333 miljoen euro ontvangen. Uit oude jaren werd in 2020 nog 0,896 miljoen euro ontvangen.
Omdat de voorlopige aanslagen 2020 tegen een gering percentage zijn opgelegd, zal met de definitieve aanlagen 2020 die in 2021 volgen nog een deel van de toeristenbelasting 2020 worden ontvangen. De verwachting is de opbrengst toeristenbelasting 2020 in totaal 1,340 miljoen euro zal bedragen.

Corona
Gewoonlijk worden de aanslagen precariobelasting in oktober van elk belastingjaar opgelegd. Op dat moment is het terrasseizoen afgesloten en kan de omvang van de verschuldigde belasting worden bepaald. In 2020 is het terrasseizoen door Corona anders verlopen dan normaal. Niet alleen mocht een deel van het gebruikelijke seizoen geen terras worden opgesteld, ook was aan het eind van het reguliere seizoen nog niet volledig duidelijk of er nog aanvullende wijzigingen zouden komen die van invloed zijn op de belastingplicht, zoals een verlenging van het terrasseizoen. Om die reden is besloten om het moment waarop de aanslagen worden opgelegd in tijd naar achteren te schuiven. De aanslagen worden opgelegd eind april 2021. Daarom dat in 2020 nog geen aanslagen precario zijn opgelegd.
De verwachting is dat de opbrengsten precariobelasting 0,425 miljoen euro bedragen.

Parkeerbelastingen vormen een regulerende belasting. De belasting verbindt een prijs aan het parkeren in de stad op plaatsen waar de parkeerdruk hoog is. Op die manier wordt het parkeergedrag beïnvloed.
Bewoners en bedrijven binnen het betaald parkeergebied kunnen in aanmerking komen voor een vergunning. Bezoekers van bewoners in het betaald parkeergebied kunnen tegen een gereduceerd tarief parkeren, als er bewonerskorting voor bezoek is gekocht. Voor deze korting geldt een maximum van 70 uur per kwartaal. Ook zijn er aparte vergunningen voor personen die om maatschappelijke redenen vaak parkeren in de stad, zoals mantelzorgers en kraamhulpen.

Corona
Het coronavirus heeft tot een sterke afname van het aantal parkeerbewegingen geleid. Als gevolg van de coronamaatregelen zijn de parkeerbelastingen lager dan begroot. De compensatie van het Rijk in verband met de gederfde parkeerinkomsten bedraagt 5,551 miljoen euro.

Utrecht kent één bedrijveninvesteringszone op de Woonboulevard. De opbrengsten worden als subsidie aan de betrokken ondernemers teruggeven. In 2020 is opbrengst gerealiseerd van ongeveer 0,155 miljoen euro. Op het heffen en invorderen van de BIZ-heffing heeft Corona geen invloed gehad. In overleg met de betrokken ondernemers is besloten de aanslagen voor 2020 niet verder uit te stellen en in het belastingjaar zelf op te leggen.

Belastingplichtigen kunnen kwijtschelding krijgen voor hun belastingaanslagen. Kleine ondernemers kunnen ook kwijtschelding krijgen, maar alleen voor de belastingaanslagen die zij als privépersoon ontvangen. Bedrijven komen niet voor kwijtschelding in aanmerking. Kwijtschelding is mogelijk voor de onroerende-zaakbelasting, de rioolheffing voor het eigenarengedeelte, de afvalstoffenheffing en de hondenbelasting voor ten hoogste twee honden.
De normen voor kwijtschelding worden landelijk vastgesteld. Gemeenten mogen zelf kiezen of ze de bijstandsnorm op 90% of 100% stellen. De gemeente Utrecht kiest voor 100%, waarmee de meest ruime kwijtscheldingsnorm wordt gehanteerd.

Het kwijtscheldingsbeleid is door de raad op 13 december 2012 vastgesteld.
Als van tevoren duidelijk is dat kwijtschelding wordt verleend, wordt er overgegaan tot automatische kwijtschelding. De belastingplichtige hoeft dan geen aanvraag voor kwijtschelding te doen.

Toelichting
Het bedrag aan kwijtschelding is hoger dan begroot. In 2020 hebben meer ondernemers een aanvraag gedaan voor kwijtschelding voor hun privé-aanslagen, waaronder de afvalstoffenheffing. Dat is een waarneembaar gevolg van de coronacrisis. Voor het overige is niet aan te geven hoe groot het effect van de coronacrisis op de kwijtscheldingen was.

Van oninbaarheid is sprake als een belastingschuldige wel moet betalen, maar invordering op de gebruikelijke wijze in de praktijk niet (meer) mogelijk is. Dat doet zich bijvoorbeeld voor als de belastingschuldige failliet is gegaan of de belastingschuldige vertrokken is zonder dat de nieuwe verblijfplaats bij de invorderingsambtenaar bekend is. In onderstaand schema zijn de gerealiseerde bedragen aan oninbare belastingen weergegeven per belastingjaar. Ook is de prognose opgenomen van de verwachte nog inbaar te verklaren bedragen per belastingjaar. De prognose is gebaseerd op de beste inschattingen naar de stand van zaken op dit moment. Afhankelijk van hoe het invorderingsproces verder zal verlopen, zal blijken welk deel van de nog te ontvangen belastingschuld daadwerkelijk oninbaar wordt verklaard. Dat komt tot uitdrukking in de cijfers realisatie in de volgende belastingjaren.

Toelichting
In 2020 is besloten om belastingplichtigen die door coronamaatregelen geraakt zijn in hun financiële positie meer vrijheid te geven in het betalen van hun aanslagen. Het gaat dan om uitstel van betaling en het aanpassen van betaaltermijnen. De coronamaatregelen hebben er niet toe geleid dat in 2020 een hoger bedrag aan oninbaar werd geleden. Dat heeft er onder meer mee te maken dat, mede als gevolg van de steunmaatregelen van het Rijk, geen grote toename is geweest in faillissementen en ontslagen. De oninbaarheid had met name betrekking op oudere belastingjaren.

Parkeerbelastingen
In bovenstaand overzicht zijn bij de parkeerbelasting alleen de bedragen opgenomen van de naheffingsaanslagen waarvan het invorderingstraject volledig door de BghU heeft plaatsgevonden. Het gaat dan in de regel om de Nederlandse kentekenhouders. Omdat de naheffingsaanslag gedurende een jaar aan de BghU voor invordering worden aangeboden is nog geen prognose te geven van de verwachtte bedragen aan oninbaarheid.
De naheffingsaanslagen die aan houders van buitenlandse kentekens zijn opgelegd, zijn hierin niet meegenomen. Deze aanslagen worden periodiek door de BghU aan een externe partij overhandigd, die zich verder inspant om deze naheffingsaanslagen in de betreffende landen in te vorderen. Conform de toezegging bij de jaarrekening 2019, maken wij met ingang van de jaarrekening 2020 apart inzichtelijk voor welk deel van deze kentekens invordering uiteindelijk niet mogelijk is gebleken.

In totaal is voor een bedrag van 49.560 euro aan naheffingsaanslagen van buitenlandse kentekenhouders aangeboden aan de externe ter invordering. Daarvan is voor een bedrag van 24.220 euro geïnd. Voor een bedrag van 3.360 waren naheffingsaanslag definitief oninbaar. Voor de overige aanslagen, met een totaalbedrag van 21.980 euro loopt de invordering nog. De externe partij heeft een vergoeding van 17.000 euro ontvangen voor de dienstverlening.
Niet alle aanslagen van buitenlandse kentekenhouders kunnen ook worden geïnd. De reden hiervoor is dat het betreffende land geen toestemming geeft om gegevens van kentekenhouders uit te wisselen of te delen met een buitenlandse partij. Deze aanslagen zijn om die reden ook oninbaar. Het gaat voor 2020 om een bedrag van 37.100 euro.