1. Een optimale verdeling van het ruimtelijk programma en daaraan gekoppelde middelen over de verschillende onderdelen van de stad

1.1 Evenwichtige ruimtelijke ontwikkeling van de stad met alle onderdelen in samenhang

Wat hebben we daarvoor gedaan?

  • Al het beleid met betrekking tot de fysieke leefomgeving is – geordend naar koers, thema en gebied – terug te vinden in de Omgevingsvisie Utrecht (zie Omgevingsvisie | Gemeente Utrecht - Omgevingsvisie ).
  • De uitgangspunten van de vernieuwde Ruimtelijke Strategie voor Utrecht 2040 zijn door de Raad vastgesteld.
  • Via Uned is samen met het Rijk, onze buurgemeenten en de provincie Utrecht een ruimtelijk in onze regio opgesteld: Utrecht Nabij .
  • Met de regio U10 zijn de contouren van een integraal ruimtelijk programma opgesteld.
  • De samenwerking met externe partijen is verder vormgegeven. Het Stadsakkoord Wonen is verder uitgewerkt via verdiepende studies en werkgroepen. Het Development Network Utrecht (DNU) is gebruikt om kennis te delen op diverse beleidsterreinen en dit jaar uiteraard specifiek om de effecten van de coronacrisis in beeld te krijgen.
  • De geplande deelname aan (vastgoed)beurzen zoals Provada, Mipim en Expo is door de coronacrisis niet doorgegaan. In plaats daarvan is een aantal digitale (werk) bijeenkomsten georganiseerd.
  • De samenwerking met het Rijk heeft verder vorm gekregen in de Woondeal , en de Regiodeal voor Overvecht. Daarnaast hebben we in 2020 een aanvraag gedaan voor het Groeifonds .
  • In het kader van de verstedelijkingsagenda werken we samen met de G4 en het Rijk aan het onderzoeken en aanpassen van instrumenten die bijdragen aan de (alternatieve) bekostiging van de verstedelijkingsopgaven in de G4 steden en G4-regio’s. Dit heeft onder meer geleid tot een advies van de studiegroep alternatieve bekostiging
  • Samen met de provincie en alle 33 gemeenten is gewerkt aan een gezamenlijk Utrechts Aanbod. Met de buurgemeenten en de provincie is de woningbehoefte onderzocht en op basis daarvan is input geleverd voor de provinciale Omgevingsvisie en het IRP/REP. Verder is een start gemaakt met de woningbouwprogrammering. Zowel kwantitatief als kwalitatief, waarbij onder meer het streven is een programma op regionaal niveau met 50% van de toe te voegen woningen in het goedkope en middeldure segment. In 2021 wordt hier in regionaal verband verder aan gewerkt en zal ook worden bepaald hoe (markt)partijen hierbij betrokken zullen worden.

Corona
Corona heeft op deze subdoelstelling geen invloed gehad op de uitvoering/kosten.

De uitvoering van het Plan van aanpak Invoering Omgevingswet dat u op 5 december 2019 heeft vastgesteld, is in volle gang. Het plan is erop gericht dat wij op tijd voldoen aan de eisen en verbeterdoelen van de wet.
In april 2020 hebben wij u geïnformeerd over het besluit van de minister met portefeuille Omgevingswet tot uitstel van de invoeringsdatum van de wet met een jaar naar 1 januari 2022. Aanleiding was de achterstand in de wetgeving, de ontwikkeling van het Digitale Stelsel Omgevingswet en de impact van de coronamaatregelen op samenleving en overheid. Door het uitstel van de wet lopen ook de voorbereidingen die gekoppeld zijn aan de inwerkingtredingsdatum een jaar door en zullen we die – anders dan we in de programmabegroting 2020 hebben opgenomen – in 2021 afronden. Met het werk is ook een deel van de kosten verschoven naar 2021, waardoor we in 2020 een deel van het budget hebben overgehouden. We zullen daarom een verzoek voor het meenemen van het budget naar 2021 voorleggen via het bestedings- en dekkingsvoorstel.

 In 2020 hebben we de volgende resultaten behaald:

  • De Omgevingsvisie voor deelgebied Lunetten is op 28 mei 2020 vastgesteld door de raad. Aan de omgevingsvisies voor de deelgebieden Binnenstad, Utrecht Science Park en Kanaleneiland-Transwijk wordt gewerkt. Dat geldt ook voor thematische onderdelen zoals mobiliteit, parkeren, water en warmte. We verwachten dat we deze onderdelen van de Omgevingsvisie Utrecht in 2021 ter besluitvorming aan de raad kunnen voorleggen;
  • Aanvulling van stadsbreed geldende regels (nu veelal gebiedsgericht) vooruitlopend op het omgevingsplan (vanaf 2021) met het Chw-bestemmingsplan Veldhuizen-De Meern en het Chw-  bestemmingsplan Voordorp-Voorveldsepolder. We verwachten nog een aantal plannen in 2021 ter besluitvorming aan de raad te kunnen voorleggen;
  • Aansluiting op het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) voor de vergunningverlening en aanschaf van de software voor het omgevingsplan.

We hebben de overige resultaten uit de programmabegroting 2020 in voorbereiding. Doordat ze zijn gekoppeld aan de inwerkingtredingsdatum lopen de projecten door in 2021:

  • Raadsbesluit over in hoeverre we rijksregels (wettelijke regels) die worden gedecentraliseerd wel/niet overnemen en in welke vorm we de regels eventueel overnemen (bruidsschat);
  • Alles geregeld om een goed coördinerend bevoegd gezag te kunnen zijn bij (complexe) vergunningverlening waar meerdere overheidsinstanties voor nodig zijn (dit is een nieuwe wettelijke taak voor gemeenten);
  • Alles geregeld voor de vergunningverlening voor omgevingsvergunningen waarvan de wettelijke proceduretermijnen zijn teruggebracht van 26 naar acht weken;
  • Handhavingsstrategie die past bij de uitvoering van de Omgevingswet;
  • Raadsbesluit over een aanpassing van de leges;
  • Aansluiting op het DSO voor het omgevingsplan, vullen, testen van en leren werken met het DSO.

Bestemmingsplannen
In 2016 is de gemeente Utrecht aangewezen als experimenteergemeente op grond van de Crisis- en herstelwet. Dit betekent dat wij, tot op zekere hoogte, mogen anticiperen op en experimenteren met de Omgevingswet die op 1 januari 2022 in werking treedt. In 2018 is gestart met de beheersverordeningen in de stad beleidsneutraal om te zetten in bestemmingsplannen, zodat wij op een eenvoudige wijze stapsgewijs een omgevingsplan voor de hele stad kunnen maken. Bij deze actualisering wordt zoveel mogelijk gewerkt met regels die uniform toegepast kunnen worden in de gehele stad, waardoor het aantal uitzonderingen vermindert. Bovendien houdt de actualisering al rekening met de terminologie van de Omgevingswet. In 2020 hebben wij aan diverse omzettingen van beheersverordeningen naar bestemmingsplannen gewerkt.

Ontwikkel- en actualiseringsbestemmingsplannen in 2020
Voor ruimtelijke ontwikkelingen die niet passen in een bestaand bestemmingsplan wordt een ontwikkelbestemmingsplan opgesteld. Deze ontwikkelingen worden soms geïnitieerd door de gemeente zelf, maar meestal door initiatieven van ontwikkelaars, woningbouwcorporaties en particuliere investeerders.
Er is in 2020 aan 62 plannen gewerkt. Dit waren 48 ontwikkelbestemmingsplannen en veertien actualiseringsbestemmingsplannen. Van deze plannen zijn 14 bestemmingsplannen vastgesteld en in totaal zijn er zeventien bestemmingsplannen onherroepelijk geworden in 2020.
Veel ontwikkelbestemmingsplannen zijn door de stikstofcrisis die in 2019 is ontstaan vertraagd, maar de procedures zijn eind 2019 weer op gang gekomen doordat er een rekentool voor stikstofdepositie beschikbaar is gekomen. In 2020 hebben we daarom een groot aantal plannen kunnen vaststellen. In 2020 hadden we een nieuwe crisis, Corona. Deze crisis heeft ertoe geleid dat ontwikkelbestemmingsplannen in eerste instantie zijn vertraagd; er kwamen minder aanvragen binnen. Eind 2020 is er weer een aantal initiatiefnemers die ons gevraagd hebben om een gebiedsontwikkeling in een bestemmingsplan te vertalen.
Er liggen twee bestemmingsplannen voor beroep bij de Raad van State, dat zijn bestemmingsplan Lage Weide en het bestemmingsplan Cartesiusdriehoek fase 1. De overige bestemmingsplannen bevinden zich in verschillende stadia, deze zijn net gestart of er is een ontwerp bestemmingsplan ter inzage gelegd. Voorbeelden hiervan zijn Groenewoud, Haarrijn, Beurskwartier 1, Tweede Daalsedijk deelgebied 2 tot en met 4, Merwedekanaalzone deelgebied 5 Europalaan.

Vastgestelde plannen in 2020:

  1. Cartesiusdriehoek fase 1
  2. Bijleveldweg 16
  3. Wijzigingsplan Leidsche Rijn Centrum Kern en Zuid, hotel
  4. Smakkelaarsveld, 1e herziening
  5. Hindersteinlaan, De Tol
  6. Uitwerkingsplan Parkwijk/Langerak, Verlengd Houtrakgracht
  7. Veldhuizen
  8. Heycop, Dichterswijk
  9. Kop Beurskwartier
  10. Kanaleneiland zuid, partiële herziening actualiseringsplan diverse gebieden, Drommedaris
  11. Dickensplaats, Halve Maan-noord
  12. Strijkviertelpark
  13. Cartesiusweg e.o., 1e herziening
  14. Vrouwjuttenhof

Nog lopende plannen eind 2020 bij de Raad van State:

  1. Lage Weide
  2. Cartesiusdriehoek fase 1

Onherroepelijk geworden plannen in 2020:

  1. Verkabeling Hoogspanningsverbinding Rijnvliet/Strijkviertel
  2. Actualiseringsplan 2019
  3. Bijleveldweg 14
  4. Bijleveldweg 16
  5. Vleutensevaart 100
  6. Wijzigingsplan Leidsche Rijn Centrum Kern en Zuid, hotel
  7. Smakkelaarsveld, 1e herziening
  8. Hindersteinlaan, De Tol
  9. Uitwerkingsplan Parkwijk/Langerak, Verlengd Houtrakgracht
  10. Veldhuizen
  11. Heycop, Dichterswijk
  12. Kop Beurskwartier
  13. Kanaleneiland zuid, partiële herziening actualiseringsplan diverse gebieden, Drommedaris
  14. Dickensplaats, Halve Maan- noord
  15. Strijkviertelpark
  16. Cartesiusweg.e.o., 1e herziening
  17. Vrouwjuttenhof

Planschade
Er zijn dertien planschadezaken behandeld in 2020. Dit betreft onder andere planschadezaken met betrekking tot onder andere bestemmingsplan Zuidgebouw en Haarzicht. Eind 2020 zijn 2 lopende aanvragen om planschade, waarvan één zaak die in de bezwaar- of beroepsfase zit.

Voorbereidingsbesluiten
Om ongewenste planologische ontwikkelingen in een gebied te voorkomen, omdat het bestaande bestemmingsplan ontwikkelruimte biedt die niet past in de toekomstvisie voor het gebied, kan de gemeenteraad een voorbereidingsbesluit nemen. In 2020 is er een voorbereidingsbesluit genomen namelijk Merwedekanaalzone deelgebied 5 en 6 (10-2020).

M.e.r.-beoordelingen
Voordat een bestemmingsplan in procedure kan, is vaak een m.e.r.-beoordeling nodig. In een m.e.r-beoordeling kijkt de gemeente of een project mogelijk belangrijke nadelige milieugevolgen heeft. Als dat zo is, moet een m.e.r-procedure worden doorlopen. In een m.e.r-procedure worden de milieugevolgen nader onderzocht. Er wordt bekeken of er alternatieve invullingen voor een project mogelijk zijn waarbij milieugevolgen zoveel mogelijk beperkt kunnen worden.
Bij de meeste ontwikkelbestemmingsplannen vindt een (vormvrije) m.e.r.-beoordeling plaats. In 2020 waren dat acht.

Corona
In 2020 hadden we de coronacrisis. Deze crisis heeft ertoe geleid dat ontwikkelbestemmingsplannen in eerste instantie zijn vertraagd, er kwamen minder aanvragen binnen. Eind 2020 is er weer een aantal initiatiefnemers die ons gevraagd hebben om een gebiedsontwikkeling in een bestemmingsplan te vertalen.

Deze pagina is gebouwd op 03/17/2022 16:56:00 met de export van 07/05/2021 13:40:54