De gemeente Utrecht sluit het jaar 2020 af met een voordelig gerealiseerd totaalsaldo van baten en lasten van 200,337 miljoen euro. Een groot deel van dit per saldo voordelige resultaat is opgebouwd uit de voordelen op de programma's Stedelijke ontwikkeling, Algemene middelen, Werk en inkomen en Duurzaamheid. Ook op de programma’s Economie & Werkgelegenheid voor Iedereen en Veiligheid is een positief resultaat behaald. Een nadeel werd behaald op de programma's Ondersteuning op maat, Bereikbaarheid, Cultuur, Utrechts Vastgoed, Openbare ruimte en groen, Overhead, Onderwijs, Volksgezondheid, Bewoners en Bestuur en op de Samenleven en Sport. Bij de eerste bestuursrapportage 2021 doen wij voorstellen voor de inzet van het resultaat.
Bewoners en bestuur
Het programma Bewoners en Bestuur heeft een negatief resultaat van 0,384 miljoen euro. De belangrijkste oorzaken zijn:
- Een positief saldo van 0,176 miljoen euro op het VNG contributie budget
- Een onderbesteding op het initiatieven fonds van 0,784 miljoen euro
- De voorbereidingen voor de viering van Utrecht 900 jaar stadsrechten zijn door de coronacrisis enigszins vertraagd. Dat leidde tot een onderuitputting op het budget van 0,300 miljoen euro.
- Bij de wijkbureaus zijn de lasten 0,299 miljoen euro lager dan begroot. De onderbesteding kan deels verklaard worden doordat vanwege de coronamaatregelen een deel van de activiteiten niet door kon gaan
- Een nadeel 0,116 miljoen euro bij Raadsorganen vanwege twee burgemeesterswissels en een kleine overbezetting bij de Griffie
- Validatie door een actuaris liet zien dat de voorziening Pensioenen Oud-Wethouders te laag was opgenomen, waardoor er aanvullend 0,495 miljoen euro gestort moest worden
- 0,842 miljoen inkomstenderving bij Burgerzaken in verband met de RIVM maatregelen en de coronapandemie
- 1 miljoen extra lasten bij burgerzaken in verband met het niet afschalen van personeel, extra inhuur in verband met ziekte en werkdruk, een lagere efficiëntie en extra kosten in verband de RIVM maatregelen en extra kosten voor thuiswerken
- 0,161 miljoen aan extra lasten bij het KCC in verband met extra inzet en noodzakelijke uitbreiding van de Applicatie 'NICE'.
Stedelijke Ontwikkeling
Het programma Stedelijke Ontwikkeling heeft een voordelig resultaat van 179,4 miljoen euro (208,6 miljoen euro hogere baten en 29,2 miljoen euro hogere lasten).
Op de grondexploitatie Leidsche Rijn zijn de robuuste ramingen buiten beschouwing gelaten. Hierdoor zijn de baten ruim 143 miljoen euro hoger dan geraamd.
De tussentijdse winstneming op de grondexploitatie Leidsche Rijn bedraagt bijna 16 miljoen euro. Het resultaat op de grondexploitatie Stationsgebied is op basis van het geprognosticeerd eindsaldo 10,6 miljoen euro voordelig. De binnenstedelijke grondexploitaties hebben per saldo een nadelig resultaat van 2,8 miljoen euro. Vooruitlopend op nog te openen grondexploitaties zijn kosten gemaakt (4,5 miljoen euro). Hier tegenover staat de tussentijdse winstneming (0,8 miljoen euro), vrijval van de voorziening negatieve grondexploitaties (0,6 miljoen euro) en een positief resultaat op oude en afgesloten grondexploitaties (0,4 miljoen euro).
Het resultaat op conversies erfpacht en bestemmingswijzigingen is 2,7 miljoen euro voordelig. Dit voordeel bestaat vooral uit de meerwaarde uit bestemmingswijzigingen op de sociale woningbouw, die ontvangen is van de woningcorporaties. Daarnaast is er een voordelig resultaat van 0,4 miljoen euro op erfpachtbeheer. Dit komt doordat op basis van wettelijke voorschriften de waarde van een erfpachtrecht naar boven is bijgesteld. Tot slot bedraagt het verkoopresultaat op panden en overige uitgiftes van gemeentelijke eigendommen 0,6 miljoen euro.
De opbrengsten bouwleges zijn 4,8 miljoen euro hoger dan begroot. In oktober 2020 is een nieuwe rekentool beschikbaar gekomen voor de berekening van de stikstof bijdrage in bouwprojecten. Dit heeft voor de afronding van de vergunningaanvraag van een aantal grote projecten gezorgd. Daarnaast heeft de invoering van de BENG ervoor gezorgd dat de hoeveelheid grotere aanvragen in de tweede helft van 2020 groter was dan gemiddeld. Tot slot steeg vanaf het einde van het tweede kwartaal het aantal kleinere vergunningaanvragen.
Er is een onderbesteding van 2,3 miljoen euro op de begrote lasten voor projecten uit de
investeringsagenda RSU. Voor het merendeel van de projecten geldt, dat de voorbereiding van de uitvoering in 2020 is opgepakt, maar dat de beschikbare middelen in 2021 of verspreid over de komende jaren worden besteed.
Het resultaat op Wonen is 0,3 miljoen euro voordelig. Initiatieven als het tot stand komen van wooncoöperaties hebben een langere aanlooptijd.
De lasten voor de invoering van de Omgevingswet zijn 0,5 miljoen euro lager dan begroot. Door het uitstel van de wet is de planning van een deel van de activiteiten verschoven naar 2021.
Duurzaamheid
Het programma Duurzaamheid heeft een voordelig totaalsaldo op de baten en lasten van 3,2 miljoen euro (2,8 miljoen euro lagere lasten en 0,4 miljoen euro hogere baten).
Het resultaat op Bodemverontreiniging is 2,6 miljoen euro. Dit voordeel bestaat vooral uit de incidentele middelen die nog niet zijn besteed (2 miljoen euro). Dit betreffen de middelen die zijn toegekend voor de sanering Nedereindseplas, de vervangingsinvesteringen Griftpark en de sanering Lood in Oudwijk, waarvan de uitvoering grotendeels nog moet plaatsvinden. Ook het onderzoek Bestparc en de uitwerking van het loodbeleid lopen door in 2021. Daarnaast zijn de uitgaven voor onder andere het gebiedsplan lager uitgevallen (0,2 miljoen euro). De afkoop van saneringsrisico’s door derden en een rijkssubsidie hebben geresulteerd in hogere baten (0,5 miljoen euro).
Bij de overige onderdelen van het programma Duurzaamheid is een voordeel ontstaan van 0,5 miljoen euro. Dit heeft onder andere betrekking op de incidentele middelen Transitievisie Warmte en Energieloketten, ook zijn de kosten voor het Energielandschap Rijnenburg bekostiging en de subsidieregeling Maatschappelijk Vastgoed lager zijn uitgevallen dan begroot. Daarnaast wordt verder onderzoek naar koelteplekken uitgevoerd in 2021.
Bereikbaarheid
Het programma Bereikbaarheid laat een nadelig totaalsaldo op de baten en de lasten zien van 4,481 miljoen euro. De totale baten zijn per saldo 6,928 miljoen euro lager, de lasten per saldo 6,885 miljoen euro lager en de onttrekkingen aan de reserves meerjarige investeringen bereikbaarheid en parkeren zijn per saldo 4,438 miljoen euro lager dan begroot. In het Meerjaren Perspectief Bereikbaarheid (MPB) is de uitvoeringsplanning van de projecten over de verschillende jaren opgenomen. Deze wordt jaarlijks bij de voorjaarsnota geactualiseerd. Bij het meerjarenprogramma bereikbaarheid worden de resultaten verrekend met de reserve bereikbaarheid.
De belangrijkste verklaring voor de lagere baten zijn de gemiste parkeeropbrengsten als gevolg van de coronamaatregelen (ruim 7 miljoen euro). Door het Rijk is een compensatie beschikbaar gesteld van 5,551 miljoen euro voor de gederfde inkomsten.
Het voordelig saldo op de lasten wordt onder andere veroorzaakt doordat:
- Projecten zijn afgesloten met een voordelig resultaat op gemeentelijke middelen van 0,8 miljoen euro miljoen euro.
- De officiële beëindiging van het project Uithoflijn levert een voorlopig voordeel op van 1,9 miljoen euro.
- Projecten zijn vertraagd en er zijn interne verrekeningen waardoor er in 2020 per saldo 4,4 minder is uitgegeven op projecten Bereikbaarheid en Luchtkwaliteit. Deze kosten schuiven door naar 2021.
- Hogere lasten als gevolg van de coronamaatregelen voor de inrichting openbare ruimte (1,7 miljoen euro).
- Lagere lasten (1,5 miljoen euro) bij auto- en fietsparkeren onder andere door latere oplevering P&R Berlijnplein en definitieve oplevering parkeergarage Croeselaan, de fietsenstalling House Modernes in 2020 nog niet is open gegaan en de verhuizing van het fietsdepot is uitgesteld.
Openbare Ruimte en Groen
Het programma Openbare Ruimte en Groen heeft een nadelig totaalsaldo op de baten en de lasten van 0,730 miljoen euro:
- 1,837 miljoen euro voordeel hogere baten
- 2,567 miljoen euro nadeel hogere lasten
De belangrijkste oorzaken van 1,837 miljoen euro voordeel hogere baten zijn:
- 1,413 miljoen euro eenmalig voordeel ontvangen in december 2020 als gevolg van de afwikkeling van een gewonnen rechtszaak met betrekking tot een langlopende verzekeringskwestie.
- 1,389 miljoen euro voordeel afrekeningen Rioolheffingen voorgaande jaren.
- 0,800 miljoen euro eenmalig voordeel doordat in 2020 meer aan 'talonwerkzaamheden' is gefactureerd aan nutsbedrijven. Tegenover deze hogere baten staat 0,8 miljoen euro als nadeel bij de lasten.
- 0,626 miljoen euro lagere baten door minder leges en huuropbrengsten door de coronapandemie voor onder andere evenementen, standplaatsen, verkeersontheffingen en kabels en leidingen.
- 0,600 euro miljoen lagere baten door de getroffen coronamaatregelen: de coulanceregeling voor de ondernemers inzake het bedrijfsafval en de inkomstenderving uit de opbrengsten vanuit de haven- en markttarieven.
- 0,539 miljoen euro nadeel saldo diverse.
De belangrijkste oorzaken van 2,567 miljoen euro nadeel hogere lasten zijn:
- 1,700 miljoen euro nadeel coronamaatregelen Afval.
- 1,500 miljoen euro nadeel extra vervangingsinvesteringen projecten Nota Kapitaalgoederen: werkzaamheden gepland in 2021 zijn in 2020 uitgevoerd.
- 0,800 miljoen euro eenmalig nadeel doordat in 2020 meer aan 'talonwerkzaamheden' is uitgevoerd. Tegenover deze hogere lasten staat 0,8 miljoen euro als voordeel bij de baten.
- 0,465 miljoen euro eenmalig hogere lasten door subsidie Groene Daken.
- 0,715 miljoen euro lagere lasten door projecten Groen waarvan de werkzaamheden in 2020 nog niet volledig zijn uitgevoerd en die een vervolg krijgen in komende jaren.
- 0,500 miljoen euro eenmalig voordeel herziene berekening van de energiebelasting 2019 en 2020 voor openbare verlichting en verkeersregelinstallaties.
- 0,500 miljoen euro lagere lasten door onderhoud bruggen: werkzaamheden schuiven door naar 2021.
- 0,400 miljoen euro lagere lasten Essentaksterfte.
- 0,217 miljoen euro lagere lasten saldo diverse.
Economie
Het resultaat op het programma Economie is 0,358 miljoen euro voordelig. De belangrijkste verklaring zijn de lagere lasten voor het Fonds Mismatch Arbeidsmarkt.
Werk en Inkomen
Het resultaat van het programma Werk en Inkomen is 13,653 miljoen euro.
De voornaamste oorzaken hiervan zijn:
- De baten bij re-integratie zijn 0,915 miljoen euro hoger. Dit wordt hoofdzakelijk verklaard door de ontvangst van ESF subsidies.
- De lasten van re-integratie zijn 4,017 miljoen euro lager dan begroot. Dit wordt voor een groot deel verklaard door een BTW teruggave van 2,489 miljoen euro over de periode 2015 t/m 2019. Daarnaast zijn de uitgaven voor de arbeidsmarktregio, zoals het programma Perspectief op Werk, 0,906 miljoen euro lager dan begroot en is van het opgavebudget Werkbeweging 0,500 miljoen euro niet besteed.
- Bij de sociale werkvoorziening bestaan de niet begroten baten van 0,513 miljoen euro met name uit de vrijval van de voorziening Garantstelling renovatie Niels Bohrweg (0,500 miljoen euro).
- De lasten van sociale werkvoorziening zijn 1,901 miljoen hoger dan begroot. In de septembercirculaire 2020 heeft het Rijk vanwege de compensatie van kosten van de coronacrisis het budget voor de Wsw met 1,391 miljoen euro verhoogd. Doordat dit budget niet is verwerkt in de actuele begroting, maar wij dit extra budget wel al hebben toegekend aan UW Holding B.V., leidt dit tot 1,391 miljoen euro hogere lasten. Tegenover deze hogere lasten staat een even groot voordelig resultaat in het programma Algemene Middelen. Daarnaast zijn de lasten 0,500 miljoen euro hoger de vrijval van de voorziening van Niels Bohrweg is benut om UW een extra subsidie te geven voor het opvangen van de kosten van de coronacrisis bij de uitvoering van de sociale werkvoorziening.
- Per saldo zijn de baten bij bijstand 76,852 miljoen euro hoger dan begroot. Belangrijke oorzaken zijn: De niet-begrote ontvangen voorschotten vanuit het Rijk in verband met de nieuwe TOZO-regeling (64,7 miljoen euro). De definitieve buigbeschikking vanuit het Rijk die in oktober 2020 is gepubliceerd was 10,6 miljoen euro hoger dan begroot. We ontvangen 1,8 miljoen euro vergoeding vanuit de regio voor de in 2020 verstrekte Tozo gelden. De vergoeding is voor de gemaakte uitvoeringskosten voor Tozo en wordt verdeeld over de benodigde jaren.
- De lasten van de bijstand zijn 66,693 miljoen euro hoger dan begroot. De uitkeringslasten waren 60,6 miljoen euro hoger dan begroot. Hiervan is 57,6 miljoen euro vanwege Tozo verstrekt. De uitvoeringskosten Tozo bedroegen in 2020 2,6 miljoen euro en er is bij de tweede bestuursrapportage 2020 een budgetneutraal bijsturingsvoorstel van 2 miljoen euro gemaakt voor nazorgkosten 2021. De overige extra lasten ten opzichte van begroting (1,5 miljoen euro) hebben diverse oorzaken. Oninbare debiteuren is hiervan de grootste (0,8 miljoen euro); door Corona zijn de totale vorderingen toegenomen, dus ook het oninbare deel.
Onderwijs
1. Kwalitatief goed en gevarieerd onderwijshuisvestingsaanbod
1.1 Adequate onderwijshuisvesting
De baten zijn 0,248 miljoen euro lager dan begroot. De lagere baten worden veroorzaakt doordat een lager bedrag voor materiële instandhouding (MI) is verrekend met schoolbesturen.
De lasten zijn 2,776 miljoen euro hoger dan begroot. De hogere lasten zijn met name het gevolg van betalingen aan schoolbesturen en kosten voor de huisvestingprogramma’s en hogere personeelslasten.
De reserveonttrekkingen zijn 0,071 miljoen euro lager dan begroot. Het verschil betreft een combinatie van onttrekkingen vanuit de vaste activa reserve voor in 2020 gereed gemelde investeringen en lagere onttrekkingen uit de vaste activa reserve dan begroot voor lopende investeringen.
1.2 Adequaat leerlingenvervoer
De lasten zijn 0,336 miljoen euro lager dan begroot. Deze lagere lasten zijn het gevolg van aangepast vervoer ten tijde van de coronamaatregelen. Vervoerders hebben 80% betaald gekregen over niet gereden routes.
2. Kwalitatief goed onderwijs
2.1 Alle Utrechtse leerlingen van 0-12 jaar bereiden zich voor op het behalen van een startkwalificatie en ontwikkelen hun talenten
Talentontwikkeling 0-12 jaar
De lasten zijn 1,581 miljoen euro lager dan begroot. De belangrijkste oorzaken van de onderbesteding kunnen als volgt worden verklaard:
- 0,3 miljoen euro niet bestede extra bijdrage voor Utrecht Leert! van het Fonds Mismatch
- 0,9 miljoen euro opgebouwde reserve Utrecht Leert! over 2019 is toegevoegd aan de begroting 2020. Dit bedrag is echter pas aan het einde van de looptijd van Utrecht Leert! in 2023 nodig. Deze reserve wordt daarom doorgeschoven.
- 0,2 miljoen euro door minder inhuur voor onderzoek en lagere communicatiekosten door gezamenlijke inzet websitebeheer.
Talentontwikkeling 0-12 jaar De lasten zijn 0,144 miljoen euro lager dan begroot. Deze kan verklaard worden doordat de scholen voor minder leerlingen dan begroot een aanvraag voor cultuureducatie hebben ingediend en het proces efficiënter is ingericht, waardoor en minder inhuur nodig was. Daarnaast zijn er minder communicatiekosten gemaakt dan vooraf begroot door de nieuwe werkwijze.
Op de overige activiteiten ( Cognitie 0-12 jaar + Zorg 0-12 jaar) zijn geen majeure afwijkingen toe te lichten.
2.2 Alle Utrechtse leerlingen van 12-23 jaar behalen een startkwalificatie en ontwikkelen hun talenten
Zorg 12-23 jaar
Het resultaat is 0,366 miljoen euro hoger dan begroot en is te verklaren door de geldende corona maatregelen en de inzet van de onderwijspartners op het managen hiervan. Hierdoor zijn er geen vorderingen gemaakt op de besteding van deze middelen. Dit zal in 2021 worden opgepakt.
Op de overige activiteiten ( Cognitie 12-23 jaar + Talentontwikkeling 12-23 jaar + Schoolloopbaan 12-23 jaar) zijn geen majeure afwijkingen toe te lichten.
3. Iedere Utrechter heeft vrije en laagdrempelige toegang tot media als bronnen van kennis en cultuur
3.1 Zoveel mogelijk Utrechters gebruiken de bibliotheek
Bibliotheek Utrecht
De lasten zijn 0,088 miljoen euro hoger dan begroot en is te verklaren door niet juist doorbelaste huisvestingskosten.
Ondersteuning op maat
Per saldo sluit het programma Ondersteuning op Maat met een negatief resultaat van 7,83 miljoen euro. Dit is voornamelijk te wijten aan de maatregelen die zijn genomen om de gevolgen van de coronapandemie te beheersen. Voor deze kosten is 7,731 miljoen euro aan compensatie van het Rijk ontvangen. Deze bijdrage staat echter verantwoord op het programma Algemene middelen. Het nadeel dat dan resteert is te verklaren door hogere kosten voor de Jeugdzorg.
Volksgezondheid
Het programma Volksgezondheid heeft een nadelig resultaat van 0,582 miljoen euro. Dit resultaat is met name als gevolg van coronakosten (0,747 miljoen euro) en lager lasten uitvoering Versterken van de sociale basis Jeugd (0,224 miljoen euro).
Veiligheid
Het programma Veiligheid sluit 2020 af met een positief resultaat van 0,215 miljoen euro. Door diverse omstandigheden zijn enkele activiteiten die gepland stonden in 2020 (gedeeltelijk) doorgeschoven naar 2021.
Dit leidt tot een (incidenteel) positief resultaat in 2020.
Cultuur
Het programma Cultuur sluit 2020 af met een negatief resultaat van 2,8 miljoen euro. Dit negatieve resultaat wordt voornamelijk veroorzaakt door de volgende onder- en overbestedingen:
Overbestedingen
- Cofinanciering in het kader van de rijksregeling 'aanvullende ondersteuning culturele en creatieve sector Corona’ voor in totaal 1,7 miljoen euro.
- Bijdragen die zijn verstrekt in het kader van de financiële noodregeling Cultuur en Erfgoed voor in totaal 1,7 miljoen euro.
Onderbestedingen
- Een onderbesteding op het budget ‘proeftuin stedelijke regiovorming’ van 0,2 miljoen euro.
- Een onderbesteding op het budget Culturele Voorziening Leidsche Rijn Centrum van 0,15 miljoen euro.
- Een onderbesteding op projecten van Fonds Stadsverfraaiing van 0,2 miljoen euro.
Samenleven en Sport
De doelstellingen van Sport binnen het programma Samenleven en Sport heeft een nadelig saldo op de baten en lasten van 0,512 miljoen euro.
Sportaccommodaties
Bij de sportaccommodaties is een nadelig saldo van 0,688 miljoen euro.
Bij de baten is het nadeel 0,499 miljoen euro. Door sluiting van de sportaccommodaties vanwege de coronamaatregelen zijn de gederfde inkomsten 1,873 miljoen euro. Hier staat tegenover dat de uitkering van de regeling Tegemoetkoming Verhuurders Accommodaties van het rijk voor huurkwijtschelding aan de sportverenigingen 0,834 miljoen euro is en er incidentele baten zijn door verkoop van roerende goederen, vrijval borgsom zwembadpassen, een hogere SPUK BTW doordat er onder de lasten meer gerelateerde BTW posten zijn dan begroot en bijdrage van derden (0,540 miljoen euro).
Bij de lasten is het nadeel 0,324 miljoen euro. Bij accommodatiebeleid is er een nadeel van 0,350 miljoen euro. Dit wordt veroorzaakt door hogere lasten SPUK overhead, incidentele onderzoeken, noodsteun Vechtsebanen en hogere overhead. Bij de sportaccommodaties is er voordeel van 0,026 miljoen euro.
De onttrekking van de vaste activa reserve is 0,135 miljoen euro hoger dan begroot en dient ter dekking van de hogere kapitaallasten ter dekking van gereed gemelde investeringsprojecten.
Sportstimulering
Bij sportstimulering is een voordelig saldo van 0,098 miljoen euro.
Bij de baten is een voordelig saldo van 0,2 miljoen euro. De jaarlijkse bijdrage van het Rijk voor de uitvoering van het Sportakkoord was niet begroot.
Bij de lasten is een nadelig saldo van 0,102 miljoen euro. De jaarlijkse bijdrage van het Rijk voor de uitvoering van het Sportakkoord was niet begroot. De lagere lasten zijn per saldo het gevolg van minder inzet op het Sportakkoord, verwachtte inzet middelen coronasteun en hogere lasten overhead.
Topsport, talentontwikkeling en sportevenementen
Het topsport, talentontwikkeling en sportevenementen is een voordelig saldo van 0,078 miljoen euro.
De lagere lasten zijn per saldo het gevolg van minder subsidieaanvragen sportevenementen, verwachtte inzet middelen coronasteun en hogere lasten overhead.
Utrechts Vastgoed
Het programma Utrechts Vastgoed laat een nadelig resultaat zien van 1,399 miljoen euro: de totale baten zijn 4,588 miljoen euro lager dan begroot, maar hier staan lagere lasten van 3,087 miljoen euro en een hogere onttrekking aan de vaste activa reserve van 0,101 miljoen euro tegenover.
Het nadelige resultaat op de baten bestaat uit:
- 2,702 miljoen euro lagere huuropbrengsten als gevolg van diverse coronamaatregelen;
- 1,767 miljoen euro lagere huuropbrengsten als gevolg van financiële leegstand in verschillende portefeuilles; en
- 0,119 miljoen euro lagere baten door diverse kleine posten.
Het voordelige resultaat op de lasten is een combinatie van hogere en lagere lasten. De grootste verschillen zijn:
- 2,209 miljoen euro lagere lasten door de interne bijdrage vanuit het programma Cultuur voor de verstrekte huurkortingen in het kader van de rijksregeling ‘Aanvullende ondersteuning culturele en creatieve sector Corona’ en de gemeentelijke regeling ‘Noodsteun Cultuur en Erfgoed’;
- 1,573 miljoen euro lagere lasten door ontvangen interne bijdragen ter dekking van verschillende investeringsprojecten;
- 1,235 miljoen euro lagere lasten toe te rekenen aan leegstand binnen de vastgoedportefeuille, voornamelijk door het beschikbare lastenbudget om financiële leegstand mee op te vangen.
- 1,054 miljoen euro hogere lasten op bedrijfsvoering, onder andere door extra inzet op corona gerelateerde werkzaamheden; en
- 0,457 miljoen euro hogere lasten op onderhoud, waarbij de gemaakte onderhoudskosten voor het Stadskantoor nog ten laste van de daarvoor bestemde reserve Stadskantoor gebracht zullen worden; en
- 0,419 miljoen euro hogere lasten op diverse posten.
De onttrekking van de reserves is 0,101 miljoen euro hoger dan begroot ter dekking van kapitaallasten van in 2020 gereed gemelde investeringen.
Algemene Middelen
Het voordelig resultaat op het programma algemene middelen bedraagt 24,1 miljoen euro. Dit is resultaat zit voornamelijk in de Gemeentefondsuitkering (coronacompensatie, aanvullende middelen taakmutaties) en zijn hiermee geoormerkt. Hier was in de Begroting 2020 nog geen rekening gehouden
Het resultaat wordt in belangrijke mate veroorzaakt door:
- Meer OZB-inkomsten wegens een hoger areaal 1,2 miljoen euro
- Minder precario-, toeristen- en hondenbelasting 1,2 miljoen euro (met name door minder toerisme)
- Meer uitkering gemeentefonds 26 miljoen euro (met name door compensatie corona 24,6 miljoen euro)
- Meer ontvangen dividend 0,97 miljoen euro
Overweging accres en compensatiepakket
Accres
Het accres is gebaseerd op de informatie uit de Septembercirculaire 2020. Aanpassing voor het jaar 2020 zijn als realisatie in de jaarstukken 2020 meegenomen. Aanpassingen voor 2021 en verder zijn meegenomen in het financieel beeld in de voorjaarsnota 2021.
Aanvullende uitkering
Het is op dit moment nog onduidelijk wat de omvang wordt van de aanvullende uitkering ten aanzien van de corona compensatie. In de voorjaarsnota 2021 hebben we een geactualiseerd beeld gemaakt van de onvermijdelijke kosten (hoofdstuk 3.4 Aanvulling scenario C). In de tweede bestuursrapportage en programmabegroting 2022 zal wederom een actualisatie worden gedaan.
x € 1.000 | ||||||||
Actuele | Reali-satie 2019 | Nominale | Actuele | Reali-satie 2020 | Verschil | Actuele | ||
Baten | ||||||||
13-1-1-1 | Onroerendezaak-belasting | 99.927 | 108.266 | 99.865 | 110.604 | 111.803 | 1.199 | 113.445 |
13-2-1-1 | Precario-, toeristen- en hondenbelasting | 4.626 | 5.309 | 4.626 | 4.626 | 3.432 | -1.194 | 5.374 |
13-3-1-1 | Uitkering gemeentefonds | 749.446 | 743.239 | 752.923 | 787.522 | 813.513 | 25.991 | 807.079 |
13-4-1-1 | Dividenden | 1.346 | 2.478 | 1.346 | 46 | 1.015 | 969 | 946 |
13-5-1-1 | Langlopende geldleningen | 545 | 2.417 | 430 | 475 | 1.933 | 1.458 | 476 |
13-7-1-1 | Algemene stelposten | 0 | 1.492 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal Baten | 855.890 | 863.201 | 859.190 | 903.272 | 931.697 | 28.425 | 927.319 | |
Lasten | ||||||||
13-10-1-1 | Budgetstructuur Leidsche Rijn | -2.643 | 0 | -1.610 | -2.261 | 0 | -2.261 | -1.299 |
13-1-1-1 | Onroerendezaak-belasting | 5.285 | 6.895 | 5.245 | 5.367 | 5.517 | -150 | 5.453 |
13-2-1-1 | Precario-, toeristen- en hondenbelasting | 285 | 315 | 283 | 290 | 309 | -19 | 296 |
13-3-1-1 | Uitkering gemeentefonds | 0 | -2.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
13-5-1-1 | Langlopende geldleningen | -3.021 | -876 | -3.816 | -4.278 | -2.795 | -1.483 | -5.524 |
13-7-1-1 | Algemene stelposten | 1.315 | 250 | 27.554 | -250 | 0 | -250 | 70.152 |
13-8-1-1 | Onvoorzien | 159 | 0 | 159 | 159 | 274 | -115 | 159 |
Totaal Lasten | 1.380 | 4.583 | 27.816 | -972 | 3.305 | -4.277 | 69.237 | |
Saldo baten en lasten | 854.510 | 858.618 | 831.374 | -903.272 | 928.392 | 24.147 | 858.083 | |
Mutaties reserves | ||||||||
Toevoeging reserves | 43.806 | 43.806 | 0 | 142.320 | 142.320 | 0 | 31.128 | |
Onttrekking reserves | 47.995 | 47.995 | 64.312 | 94.620 | 94.620 | 0 | 110.897 | |
Saldo | na mutaties reserves | 858.699 | 862.807 | 883.138 | 856.544 | 880.691 | 24.147 | 937.852 |
Overhead
Het negatieve resultaat van het programma Overhead bedraagt 0,841 miljoen euro. De belangrijkste oorzaken voor dit resultaat zijn als volgt:
- Een overschrijding van het budget van 0,530 miljoen euro bij Juridische Zaken in verband met inhuur als gevolg van ziekteverzuim en extra coronagerelateerde kosten vanwege een toename van het aantal bezwaar- en beroepszaken.
- Een negatief resultaat van 0,315 miljoen euro wegens schade gerelateerde uitkeringen aan derden.
- Een overschrijding op het salarisbudget van Mens & Organisatie door extra uitgaven wegens de coronacrisis ter hoogte van 1,213 miljoen euro.
- Een voordeel op de projectbudgetten bij Mens & Organisatie van 0,706 miljoen euro vanwege ontstane vertragingen. We zullen bestedingsvoorstellen voor dit bedrag indienen om de betreffende projectdoelstellingen in 2021 te kunnen realiseren.
- Een onderuitputting van 0,429 miljoen op reguliere ICT-programma’s en projecten door vertraging, vooral gerelateerd aan Corona.
Het resterende saldo is opgebouwd uit diverse incidentele posten
Vennootschapsbelasting
De gemeente is vanaf 2016 in ieder geval Vpb plichtig voor haar activiteit bedrijfsafval.
Voor het onderdeel reclame is er verschil van inzicht met de Belastingdienst.
Diverse andere economische activiteiten zijn al eerder (voor 2020) besproken dan wel afgestemd (niet Vpb-plichtig).
Voor de exploitatie van bedrijfsafval is met de Belastingdienst afgesproken op welke wijze de aangifte dient te worden opgesteld. In 2020 zijn naar aanleiding hiervan de eerdere aangifte 2016 en 2017 bijgesteld. De correcties voor 2018 en 2019 hebben begin 2021 plaatsgevonden.
Voor het dossier reclameconcessies heeft de gemeente in 2020 het proces afgestemd met de Belastingdienst. Begin 2021 is de aangifte 2016 voor de activiteit reclame gedaan. De definitieve standpuntinname van de Belastingdienst over de belastingplicht van de verschillende onderdelen (ook degene waarvan de gemeente nu uitgaat dat deze niet onder de Vpb-plicht vallen) volgt bij het vaststellen van de definitieve aanslag
In afwachting van de definitieve aanslagen is tot en met 2020 het beschikbare budget van 0,250 miljoen euro -onder aftrek van de betaalde voorlopige aanslagen vennootschapsbelasting en advieskosten als schuld in de balans opgenomen.