Het Meerjaren Groenprogramma is als onderdeel van het Meerjarenperspectief Ruimte, het jaarlijks uitvoeringsprogramma van de ambities uit het Groenstructuurplan. Jaarlijks geven we hierin aan welke doelen en resultaten we met welk project willen bereiken met een doorkijk van drie daaropvolgende jaren. We werken hier samen met diverse partners van overheden en private partijen aan. Ook zoeken we naar mogelijkheden om ‘werk met werk’ te maken, om het effect van de investeringen te vergroten. We doen dit in samenhang met andere gemeentelijke opgaven, zoals duurzame mobiliteit, duurzame gebiedsontwikkeling en met de gemeentelijke beheeropgaven.
Om te zorgen dat verstedelijking in gelijke tred loopt met vergroening is er extra groen aangelegd bij projecten zoals Rijnvliet. Om ook in de toekomst een goede balans te houden hebben we in kader van de RSU de barcode bepaald en die houdt voor groen in dat er 440 ha extra groen moet komen als er 60.000 woningen worden gebouwd tot 2040. De gemeente toetst per relevante grootschalige ontwikkeling en jaarlijks op stedelijk niveau of de ontwikkelingen voldoen aan deze integrale barcode. Indien op een of twee van de dimensies niet volledig aan de voorwaarden van de barcode wordt voldaan kan een plan alleen worden voortgezet als wordt geregeld waar en wanneer voldoende compensatie zal worden gerealiseerd.
Deze extra vergroening noemen we de Groene Schaalsprong en dit hebben we uitgewerkt in een hoofdstuk in de RSU.
Voor een aantrekkelijkere groene leefomgeving voor spelen, sporten en bewegen werkten we aan het actualiseren we de speelruimtenorm zodat deze beter aansluit bij de behoefte van kinderen en jongeren. Ook de vraag naar meer natuurlijke speelplekken krijgt nu een belangrijke plaats.
Voor het verbeteren van de Hoofdgroenstructuur hebben we een belangrijk knelpunt in de verbinding aan de oostkant van de stad opgelost, door samen met de provincie een faunapassage aan de Biltse Rading te realiseren. De passage van ruim drie meter breed en twee meter hoog wordt gebruikt door kleine grondgebonden zoogdieren en amfibieën zoals de ringslag, gewone pad, haas en bosmuis.
De provincie heeft zelf ook nog de faunapassage Griftenstein onder de Utrechtseweg in De Bilt gerealiseerd, waardoor aan de oostkant van de stad de knelpunten opgelost zijn. We hebben delen van verbindingszones aangelegd langs de Vecht ter hoogte van het Zandpad en bij het Vechtroutenetwerk in de stad. Plannen voor de Wagenaarkade als onderdeel van het Rondje Stadseiland konden we qua digitale participatie op dreef houden en de eerste fase kunnen we in 2021 gaan uitvoeren. Bij Park Oog in Al zijn we bijna klaar met de verbeteringen rondom de Dierenweide en omgeving rondom het landhuis. Voor het Park Nijevelt ligt een uitvoeringsplan gereed, waarvan de eerste fase ook in 2021 wordt uitgevoerd. We legden samen met IVN, inwoners en een school een Tiny Forests aan in Majellapark. In het Niftarlakeplantsoen hebben we nagenoeg alle werkzaamheden afgerond en er zijn extra bomen geplant met bewoners. De nieuwe brug in plaats van dam in de Irenelaan en recent de afronding van verbreding watergang langs de Scheepswerf en nieuwe voet/fietsbrug zorgen voor die benodigde groenblauwe verbinding. Bij het Groene Lint Overvecht hebben we de wensen voor het Lint bij bewoners opgehaald via diverse participatieve methodes. Dit heeft er toe geleid dat we een uitvoeringsprogramma hebben gemaakt, waar draagvlak voor is en waarmee we in 2021 gaan starten met de uitvoering.
Het vergroenen van de straten doen we onder anderen door het realiseren van ommetjes. Dit heeft echter vertraging opgeleverd door Corona, omdat het lastig was om dit met bewoners op te pakken. We zijn bezig met het Groene Loperpad in Lombok, waar begin 2021 de eerste schakel in het ommetje wordt uitgevoerd, in Rivierenwijk en Noordwest. Extra bomen konden we aanplanten bij herinrichting van straten voor de mobiliteitsopgave zoals bij het Waterwinpark en Wilhelminalaan. In totaal hebben we 87 extra bomen kunnen planten bij het ‘werk met werk’ maken. Ook via bewonersinitiatieven en zelfbeheer van groen (stadstuinieren) geven we de vergroening van de stad een impuls. Omdat stadstuinen en andere groene zelfbeheerplekken de meeste kans van slagen hebben als het initiatief hiervoor bij de bewoners zelf vandaan komt, werken we aan een steunpunt voor stadstuinieren. Hier gaan we in 2021 mee verder. We blijven de betrokkenheid van bewoners, ondernemers en bezoekers bij het gezond houden van de openbare ruimte vergroten.
We werden uitgeroepen tot de meest Bij-vriendelijke gemeente van Nederland, een mooie opsteker voor alle activiteiten voor meer zicht op ecologisch onderhoud en inrichting door de gemeente, maar ook door particulieren die zelf ook bijenhotels ophingen, tuinen bijvriendelijk inrichtten en daken vergroenden.
Om onze kennis te vergroten over de natuurwaarden en biodiversiteit hebben we via Groene Web-projecten onderzoek gedaan naar onder anderen paddenstoelen, monitoring van gierzwaluwen, huismussen en vleermuizen in de stad en onderzoek met de Vlinderstichting en vrijwilligers naar nachtvlinders, dagvlinders en libellen in de stad. De Natuurwaardenkaart hebben we herzien.
Ook bleven we actief op het twitteraccount van stadsecoloog 030. Zo vestigden we via twitter de aandacht op natuur in de stad zoals de wijngaardslak, bijzondere paddenstoelen op de Maliebaan en de wilde bij. Ook vestigden we de aandacht op de activiteiten van onze groenbeheerders, die op een bijvriendelijke manier maaien, op Stichting UN of andere actieve partijen in de stad.
Corona
Er is een aantal projecten waar de planning niet volgens plan is verlopen. De oorzaak hiervan ligt grotendeels bij de coronapandemie, waardoor afstemmen met collega’s en stakeholders en participatie lastiger verloopt. Dit geldt onder andere voor Johan Wagenaarkade, Groene Lint en de ommetjes. Deze projecten worden nu later uitgevoerd. Eén project hebben we naar voren kunnen halen, het Hefbrugparkje dat onderdeel is van het Ringpark Dichterswijk. Hiervan zijn de voorbereidingen gereed en het wordt begin 2021 uitgevoerd.