Wat heeft dat gekost?
x€1.000 | ||||||||
Omschrijving | Actuele | Realisatie 2019 | Nominale | Actuele | Realisatie 2020 | Verschil | Actuele begroting 2021 | |
Baten | ||||||||
02-6-1-1 | Realiseren van bouwrijpe grond | 115.880 | 99.834 | 70.540 | 79.249 | 248.586 | 169.338 | 60.891 |
Totaal Baten | 115.880 | 99.834 | 70.540 | 79.249 | 248.586 | 169.338 | 60.891 | |
Lasten | ||||||||
02-6-1-1 | Realiseren van bouwrijpe grond | 108.963 | 66.120 | 67.511 | 74.779 | 84.712 | -9.932 | 56.421 |
Totaal Lasten | 108.963 | 66.120 | 67.511 | 74.779 | 84.712 | -9.932 | 56.421 | |
Saldo baten en lasten | 6.916 | 33.714 | 3.029 | 4.469 | 163.875 | 159.405 | 4.469 | |
Mutaties reserves | ||||||||
Toevoeging reserves | 5.447 | 5.447 | 0 | 1.985 | 1.985 | 0 | 0 | |
Onttrekking reserves | 5.159 | 5.159 | 2.159 | 2.704 | 2.704 | 0 | 719 | |
Saldo na mutaties reserves | 6.628 | 33.426 | 5.188 | 5.188 | 164.594 | 159.405 | 5.188 |
Financiële toelichting
Hieronder lichten wij de financiële ontwikkelingen per doelstelling toe.
Realiseren van bouwrijpe grond
Bij de vaststelling van de 2e Berap (Peilstok) 2020 zijn de ramingen voor de begroting 2020 gewijzigd. De baten zijn geraamd op 79,249 miljoen euro. In 2020 is een bedrag van 89,0 miljoen euro gerealiseerd. Dit bestaat nagenoeg volledig uit opbrengsten gronduitgifte. De opbrengsten bij de woningbouwlocaties zijn 3,6 miljoen euro boven de raming uitgekomen (Het Zand min 5,9 miljoen euro en Leeuwesteyn Noord plus 8,9 miljoen euro) uitgifte commercieel vastgoed is 2,0 miljoen euro boven de raming uitgekomen (waarvan 1,6 miljoen euro in Haarrijn), uitgifte in het Máximapark is 1 miljoen euro onder de raming gebleven en uitgifte in Leidsche Rijn Centrum is 3,6 miljoen euro hoger uitgekomen dan geraamd was. Van derden is 2,1 miljoen euro meer ontvangen dan geraamd was.
Verder zijn er twee grote incidentele baten: een bedrag van 15,95 miljoen euro is vrijgevallen door winstneming van het resultaat op de grondexploitatie. Zie verder onder “Resultaat”. Daarnaast is een bedrag van 143,588 miljoen euro vrijgevallen in verband met de robuuste ramingen. Dit wordt verder toegelicht onder het kopje “Robuuste posten”.
De uitgaven zijn geraamd op 74,779 miljoen euro en zijn in 2020 op 84.712 miljoen euro uitgekomen. Dit bedrag is onder te verdelen naar:
Lasten
Omschrijving | Raming | Realisatie | Verschil |
---|---|---|---|
Lasten grondexploitatie Leidsche Rijn | 43.854 | 27.381 | 16.473 |
Overige lasten | 133 | - 133 | |
Toevoeging Onderhanden werk balans | 30.925 | 57.198 | -26.273 |
Totaal lasten | 74.779 | 84.712 | -9.932 |
Het saldo van de baten en lasten wordt verrekend met het Onderhanden werk op de balans. De jaarschijf van de grondexploitatie wordt daarmee neutraal. De hogere opbrengsten van 9,8 miljoen euro en de lagere lasten van 16,4 miljoen euro leiden tot een hogere storting in het Onderhanden werk van 26,2 miljoen euro.
De uitgaven voor het bouw- en woonrijp maken zijn 12,6 miljoen euro op de raming achtergebleven en deze onderschrijding doet zich met name voor bij Rijnvliet (3,2 miljoen euro minder), Leeuwesteyn Noord (1,9 miljoen euro minder) en Leidsche Rijn Centrum (4,6 miljoen euro minder). Deze onderschrijdingen zijn Corona gerelateerd, maar leveren geen voor- of nadeel op. De uitgaven verschuiven naar 2021.
De plankosten zijn 1,446 miljoen euro lager dan geraamd. Dit wordt veroorzaakt door een lagere toerekening van uren. Als gevolg van de lagere uitgaven voor bouw- en woonrijp maken zijn de daarmee samenhangende kosten van Voorbereiding, administratie en toezicht (VAT) 0,8 miljoen euro onder de raming gebleven. Ook de niet uitgegeven plan- en vatkosten verschuiven naar 2021. Bij het opstellen van de 2e Berap is abusievelijk de terug ontvangst van door de opgave Leidsche Rijn betaalde gemeentelijke belastingen van de ontwikkelaars in Leidsche Rijn Centrum en Terwijde niet geraamd waardoor de kosten van tijdelijk beheer 0,85 miljoen onder de raming zijn gebleven.
Onderhanden werk
Het saldo van het Onderhanden werk is over 2020 met 57,198 miljoen euro toegenomen en bedraagt 93,457 miljoen euro credit per 31 december 2020. Door de uitname van de robuuste posten van 143,588 miljoen euro en door de winstneming van 15,950 miljoen euro wordt het onderhanden werk verlaagd naar 66,081 miljoen euro debet.
Resultaat
De lasten en de baten van de jaarschijf van de grondexploitatie worden verrekend met het Onderhanden werk op de balans en worden daarmee neutraal. In 2020 zijn ook lasten en baten verwerkt van projecten die niet tot de grondexploitatie behoren: in 2020 is tot een bedrag van 0,173 miljoen euro uitgegeven wegens aanslagen Vennootschapsbelasting van de Vleuten-De Meern Zelfstandig B.V. Dit is een kostenpost voor de gemeente die niet tot de grondexploitatie gerekend mag worden. In 2020 hebben we vanwege een afgesloten anterieure overeenkomst een toeslag van 0,040 miljoen euro extra aan de ontwikkelaar doorbelast. Deze opbrengst mag ook niet tot de grondexploitatie gerekend worden. Vanwege deze beide componenten is een nadeel ontstaan van 0,133 miljoen euro. Wij nemen dit nadeel op In de Bestedings- en Dekkingsvoorstellen waarbij we de Reserve Grondexploitaties als dekking voorstellen.
Op grond van de bepalingen in het BBV is bij de actualisatie 2021 van de grondexploitatie Leidsche Rijn een bedrag van 15,950 miljoen euro winst genomen. Dit bedrag is in de jaarrekening 2020 verwerkt. Voor een nadere toelichting op deze winstneming verwijzen wij naar het Meerjaren Perspectief Ruimte.
Robuuste posten.
Over de Jaarrekening 2019 is een beperking benoemd in de accountantsverklaring op het onderdeel grondexploitatie Leidsche Rijn. Deze beperking had betrekking op ramingen van met name budgetten voor kosten binnen de grondexploitatie Leidsche Rijn, die gezien de omvang en looptijd van de grondexploitatie robuust zijn uitgewerkt.
Na afstemming met de accountant is gekomen tot een verwerking van de robuuste ramingen waarmee de beperking in de accountantsverklaring op deze posten kan vervallen:
- de robuuste ramingen worden jaarlijks ten behoeve van de resultaatbepaling van de grondexploitatie Leidsche Rijn bij de jaarrekening buiten beschouwing gelaten. Het bedrag aan robuuste ramingen wordt op basis van het actuele POC percentage verwerkt in de reserve grondexploitaties. Het POC percentage geeft de voortgang weer van het project Leidsche Rijn op basis van gerealiseerde kosten en opbrengsten. Voor 2021 is dat circa 62%;
- de robuuste ramingen maken wel onderdeel uit van het MPR waarmee de raad zicht en grip houdt over het totaal aan ramingen binnen de grondexploitatie Leidsche Rijn;
- op het moment dat de budgetten vallend onder de robuuste ramingen minder robuust zijn wordt de inzet van deze budgetten voor Leidsche Rijn expliciet aan de raad voorgelegd: tot dat moment zijn de ramingen onderdeel van de reserve grondexploitaties gelabeld aan de grondexploitatie Leidsche Rijn.
Voor de Jaarrekening 2020 bedraagt het totaal aan verwerkte robuuste ramingen volgens bovenstaande systematiek ruim 143 miljoen euro.
Corona
Corona heeft op deze subdoelstelling geen invloed gehad op de uitvoering/kosten.
x € 1.000 | |||||
Onderwerp | Iv3 | Meer | Niet gerealiseerde | ||
Lasten | Baten | Lasten | baten | ||
Geen invloed |
Verbonden Partijen
In 2020 is er nog één verbonden partij Vleuten-De Meern zelfstandig B.V.